22-01-11-a3a-bijwoorden etc

La Rueda v3

La profesora gira la rueda.

timer
3:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

La Rueda v3

La profesora gira la rueda.

timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Programa de hoy
- Bijwoorden & bijv. nw
- Afmaken schrijfopdracht / zelfstandig werken


Nieuwe datum toets: Vrijdag 4 februari

Slide 2 - Tekstslide

Muy / mucho
1. Tú estudias                      
2.  Esta planta necesita                  luz.
3. Siempre leo hasta                    tarde.
4. Practico                     deportes.



Slide 3 - Tekstslide

muy en mucho
  • muy is een bijwoord en staat voor een bijvoeglijk naamwoord. Het betekent dan "heel" of "erg".
  • mucho(veel) als bijwoord zegt iets over een werkwoord. Het is dan onveranderlijk. vb: Juan trabaja mucho.
  • mucho als bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. In dat geval past het zich aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij staat. 
vb: Hay mucha gente. Tengo muchos libros. 

Slide 4 - Tekstslide

¿Cuál es la diferencia entre .. 
 La comida es sana = het eten is gezond
Comemos sanamente = wij eten gezond

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

  • zegt iets over een zelfst. nw 
       la comida sana.
       el atleta es lento

  • Het komt in getal en geslacht met dit zelfst. nw. overeen.


Wat is een bijwoord? 

  • Zegt iets over een werkwoord, 
      Comemos sanamente
      el atleta corre lentamente

  • het is onveranderlijk.

Slide 6 - Tekstslide

Adverbios en
 -mente
Een bijwoord vorm je met: 
de vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord + mente

- rápida           rápidamente
- completa    completamente
- fácil               facilmente
- alegre           alegremente

Slide 7 - Tekstslide

uitzonderingen
goed                                  =        bien                                         bijwoord
goed                                  =        bueno/a/os/as                    bijvoeglijk nw
slecht                                =        mal                                           bijwoord
slecht                                =        malo/a/os/as                       bijvoeglijk nw

Lionel Messi juega muy bien / mal
Messi es un jugador muy bueno / malo

Slide 8 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:
1. El coche va rápido/rápidomente/rapidamente.
2. Mi madre trabaja eficiente/eficientemente
3. El incendio (= de vuurzee) está peligroso/peligrosa/peligrosamente (=gevaarlijk) cerca.
4. Mi abuela cocina (=kookt) muy bueno/buena/bien

Slide 9 - Tekstslide

respuestas
  1.  El coche va rápido/rápida/rapidamente.
  2. Mi madre trabaja eficiente/eficientemente
  3. Mi hermana es destacado/destacada/destacamente inteligente
  4. El incendio es peligroso/peligrosa/peligrosamente (=gevaarlijk) cerca.
  5. Mi abuela cocina (=kookt) muy bueno/buena/bien

Slide 10 - Tekstslide

Ejercicio 1. kies: bijwoord / bijvoeglijk nw?

rustig = tranquilo / meteen = inmediato / gemakkelijk = fácil / mooi = bonito
1. Me gusta leer (rustig) ____________ en el jardín.
2. ¿Por qué no lo has dicho ___________ (meteen).
3. Vives en una casa (mooi) __________.
4. El equipo argentino ha ganado (gemakkelijk) ________.
5. Anabel es una chica (knap)_____________.
6. Carlos es un chico (goed) _____________

Slide 11 - Tekstslide

Schrijfopdracht
Van voor de vakantie - Over sport inleveren



Aan het eind van de les inleveren

Slide 12 - Tekstslide

Daarna doe je hetzelfde voor: Yo ...
Lever dit in.

Slide 13 - Tekstslide

Kiezen:
- Vocabulario leren
- Oefenen met de verleden tijden 
Indefinido: uitleg p. 81 y 82
Kijk op it's learning - bronnen voor opdrachten

Slide 14 - Tekstslide

Deberes
- Leren vocabulario t/m 22
- Kennen regelmatige vervoegingen van Indefinido p. 81

Volgende les:
- Onregelmatige indefinido

Slide 15 - Tekstslide