Een voorzetselvoorwerp (vzv):
- begint met een voorzetsel (in, op, tijdens, na etc.)
- het voorzetsel kun je niet vervangen door een ander voorzetsel
- het voorzetsel hoort bij een vast werkwoord
- heeft vaak een figuurlijke betekenis
Bijv.: verlangen naar, vertrouwen op, reageren op, bang zijn voor etc.
--> Mijn broertje is ontzettend bang voor spinnen.