H5.4 theorie A + B

H5.4 theorie A + B
- Je kan natuurlijke, rationele en irrationele getallen herkennen

boek, schrift, etui en laptop op tafel
schrift open op gemaakte HW
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5.4 theorie A + B
- Je kan natuurlijke, rationele en irrationele getallen herkennen

boek, schrift, etui en laptop op tafel
schrift open op gemaakte HW

Slide 1 - Tekstslide

Uitleg §5-5 Soorten getallen

Slide 2 - Tekstslide

Soorten getallen
  • natuurlijke getallen: alle positieve hele getallen
    vb. 3, 99, 1023, 465168, 0
  • gehele getallen: alle positieve en negatieve hele getallen
    vb. -8, 56, -41785431, 895, 0
  • rationale getallen: alle getallen die te schrijven zijn als een breuk
    vb. -50, 17,        ,         , 0
32
3418

Slide 3 - Tekstslide

56 is een ... getal
A
natuurlijk
B
geheel
C
rationaal
D
alle drie

Slide 4 - Quizvraag

Is het getal natuurlijk, geheel
en/of rationaal?
250
timer
0:30

Slide 5 - Open vraag

Is het getal -18 natuurlijk,
geheel en/of rationaal?
timer
0:30

Slide 6 - Open vraag

Is het getal 0,25 natuurlijk,
geheel en/of rationaal?
timer
0:30

Slide 7 - Open vraag

a) Is een natuurlijk, geheel, en/of rationeel getal?

b) Bereken met de rekenmachine. Kan ik dit korter schrijven?
2722
2722

Slide 8 - Open vraag

Is het getal natuurlijk,
geheel en/of rationaal?
2
timer
0:30

Slide 9 - Open vraag

Soorten getallen
  • natuurlijke getallen: alle positieve hele getallen
  • gehele getallen: alle positieve en negatieve hele getallen
  • rationale getallen: alle getallen die te schrijven zijn als een breuk
  • irrationale getallen: alle getallen die niet te schrijven zijn als een breuk
    vb.            en
  • reële getallen: alle bovenstaande getallen
2
π

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Let op!
Je moet getallen wel eerst omschrijven
Dus: 




241

Slide 12 - Tekstslide

Let op!
Je moet getallen wel eerst omschrijven
Dus: 



Dus rationaal en reëel
241=49=49=23=121

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opgave 68, 69, 70, 74 t/m 77 + 80 t/m 82
IN STILTE totdat timer afloopt (schrijf vragen op)




Klaar? Kijk opgaven na via online methode
timer
6:00

Slide 14 - Tekstslide