Mens en activiteit hoofdstuk 1

Mens en activiteit
Kennismaken met organisaties.

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Mens en activiteit
Kennismaken met organisaties.

Slide 1 - Tekstslide

Doelen:
De leerling kan online inloggen in de methode.
De leerling weet wat je mee moet nemen naar de les.
De leerling op welke manier er wordt gewerkt in de lessen.
De leerling weet wat activiteiten zijn.
De leerling weet welke organisaties activiteiten aanbieden.
De leerling kan over een organisatie een poster maken.

Slide 2 - Tekstslide

Online inloggen:

Licentiecode activeren.

Slide 3 - Tekstslide

Nodig voor de les:
Lesboek: mens en activiteit.
Pen.
Opgeladen laptop.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Opdracht:
Maak opdracht 1.01 (blz. 19).

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg:
Wat is een activiteit.
Elke activiteit heeft een doel.
Sportieve activiteiten - beweging.
Recreatieve activiteiten - ontspanning/vrije tijd.
Sociale activiteiten - mensen hebben contact met elkaar.
Educatieve activiteiten - iets leren.
Thema activiteiten - een onderwerp/voorlichting.

Slide 7 - Tekstslide

Welke antwoord is fout?

Activiteiten zijn belangrijk...
A
omdat je andere mensen ontmoet
B
Er is eten erbij
C
om te ontspannen en om je zorgen te vergeten
D
om regelmaat in je dag te vinden

Slide 8 - Quizvraag

Opdracht:
Lezen blz. 20 t/m 28.
Maak opdracht 1.03, 1.04, 1.05, 1.06, 1.09, 1.10 (blz. 21 t/m 28).

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg:
Individuele activiteiten/groepsactiviteiten.
Homogene groepen - dezelfde dingen/eigenschappen.
Heterogene groepen - verschillende dingen/eigenschappen.
Verticale groepen - verschillende leeftijden.
Horizontale groepen - dezelfde leeftijden.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Opdracht:
Maak opdracht 1.11 (blz. 29).

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg organisaties:
Kinderopvang: kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, BSO.
Buurthuis of wijkcentrum.
Jongerencentrum.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht:
Lezen blz. 29 t/m 32.
Maak opdracht 1.12, 1.13, 1.15 (blz. 30 t/m 33).

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg organisaties:
(Crisis)opvang.
Vrouwenopvang.
Asielzoekerscentra.
Dak- en thuislozenopvang.
Verpleeg-, verzorgingshuis en (woon) zorgcentrum.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Opdracht:
Maak opdracht 1.16 (blz. 34).

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Opdracht:
Maak opdracht 1.17 (blz. 35).

Slide 19 - Tekstslide

Uitleg organisaties:
Dagbesteding.
Verpleeghuis.
Verzorgingshuis.
Woonzorgcentrum.

Slide 20 - Tekstslide

Is een verzorging en verpleeghuis tijdelijk of permanent
A
Tijdelijk
B
Permanent
C
Beide
D
Geen een

Slide 21 - Quizvraag

Mevrouw Jansen heeft een nieuwe heup en kan thuis niet revalideren.

A
Verzorgingshuis
B
Verpleeghuis

Slide 22 - Quizvraag

Meneer Akker heeft een katheter en heeft geen naasten familie meer. Meneer wil niet meer alleen wonen.
A
Verzorgingshuis
B
Verpleeghuis

Slide 23 - Quizvraag

Welke mensen wonen in een verpleeghuis?
A
Mensen die geopereerd moeten worden
B
Mensen die niet graag alleen wonen
C
Mensen die niet meer zelfstandig kunnen wonen.
D
Mensen met een indicatie voor thuiszorg

Slide 24 - Quizvraag

Uitleg organisaties:
Gehandicaptenzorg:
lichamelijke beperking
geestelijke beperking
zintuigelijke beperking

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Opdracht:
Maak opdracht 1.20 (blz. 39).

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht:
Lezen blz. 34 t/m 38.
Maak opdracht 1.18, 1.19, 1.215 (blz. 36 t/m 42).

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Afsluiting:
Lesevaluatie.
Vooruitblik volgende les.
Huiswerk.

Slide 31 - Tekstslide