Mens en activiteit hoofdstuk 1

Terugblik rollenspel
Complimenten!! Trots op jullie!
Well done allemaal!
Tips:  Onzekerheid aan de kant of juist niet te overmoedig zijn. 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Terugblik rollenspel
Complimenten!! Trots op jullie!
Well done allemaal!
Tips:  Onzekerheid aan de kant of juist niet te overmoedig zijn. 

Slide 1 - Tekstslide

Nieuw boek Z&W: 
Mens en activiteit

Slide 2 - Tekstslide

Mens & activiteit
Mens & activiteit gaat over:
  • Het voorbereiden, uitvoeren en afronden van een activiteit
  • Organisaties kennen waar een activiteit uitgevoerd kan worden
  • Verschillende doelgroepen kennen
  • Hoe je moet communiceren en waarop je moet letten
  • Draaiboeken & roosters maken
Hier gaan ook jullie toetsen over (totaal 9 toetsen)
Toetsplanning hangt volgende week in het lokaal

Slide 3 - Tekstslide

Mens en Activiteit
h 1 Kennismaken met organisaties
h2 Ontwikkelingsfasen
h3 Ken je doelgroep
h4 Communicatie
h 5 Activiteiten voorbereiden
h6 Activiteit uitvoeren en afronden

Slide 4 - Tekstslide

Algemeen:
Activiteiten organiseren leer je al heel jong. Vroeger op het schoolplein werden plannetjes bedacht, er werd druk overlegd over wie bij wie ging spelen. Zo heb je misschien wel op woensdagmiddag koekjes gebakken of liep je als prinses of ridder verkleed door het huis. Jij bedacht deze activiteiten en voerde ze daarna uit, alleen of met vriendjes of vriendinnetjes.

Nu je ouder bent, ga je leren om zelf activiteiten voor anderen te bedenken. Die activiteiten hebben een doel. Je wilt dat de ander in actie komt om iets te gaan ondernemen. Dit kunnen bijvoorbeeld activiteiten zijn die gericht zijn op samenwerken, ontspanning of het aanleren van nieuwe vaardigheden.

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: kennismaken met verschillende organisaties


Wat ga je deze les leren?
  • Welke organisaties activiteiten aanbieden
  • Wat voor soort activiteiten deze organisaties aanbieden
  • Voor welke doelgroepen de organisaties activiteiten aanbieden

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg hoofdstuk 1 blz. 83
Wat is een activiteit?

Waarom zijn activiteiten belangrijk voor mensen denken jullie?

Slide 7 - Tekstslide

Oefening
Kijk allemaal onder je stoel.
...... mag zijn zin voorlezen.

Activiteiten zijn belangrijk voor mensen omdat:

Bij welke mensen (noemen we ook doelgroep) past deze zin?
........ mag van de voorlezer zijn/haar antwoord geven.

Slide 8 - Tekstslide

Er zijn verschillende organisaties die dagelijks activiteiten voor doelgroepen aanbieden.

Welke organisaties kan jij noemen? Schrijf op op je wisbordje. 
er 

Slide 9 - Tekstslide

Jullie antwoorden op het bord
Kom naar voren en schrijf je antwoord op het bord. 
Welke organisaties missen?

De docent schrijft ze erbij. 

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg over de verschillende organisaties

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg organisaties (blz. 84 t/m 86)
Kinderopvang,
Brede scholen 
Buurthuis of wijkcentrum.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Uitleg organisaties blz. 87 t/m 93
(Crisis)opvang.
Dagbesteding.
Verpleeg-, verzorgingshuis en (woon) zorgcentrum.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de waarheid over een verpleeghuis en een verzorgingshuis?
A
In een verpleeghuis wonen mensen zelfstandig met hulp en dagbesteding als ze daarom vragen.
B
In het verzorgingshuis wonen alleen mensen met dementie.

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link

Uitleg verschillende soorten activiteiten

Sociale activiteit = samen zijn met mensen en in contact zijn.
Recreatieve activiteit = om te kunnen ontspannen. 
Sportieve activiteit = lichamelijk in beweging zijn.
Educatieve activiteit = waar je van leert.

Slide 18 - Tekstslide

Oefening
Jullie krijgen allemaal een blad op je buik (of rug) geplakt. 

Ga staan bij de soort activiteit waarvan jij denkt dat jouw activiteit onder valt. Leg vervolgens uit waarom jij daar bent gaan staan. 

Er zijn soms meerdere soorten activiteiten juist. 

Slide 19 - Tekstslide

Tenslotte de begrippen van hst.1 
Vul de begrippen in
Deze begrippen hoeven niet
  • Kinderopvang
  • Intergraal Kindcentrum
  • Vrouwenopvang
  • Zorgboerderij
  • Medisch kinderdagverblijf

Slide 20 - Tekstslide