Kleuters hebben dagelijks rijke ervaringen nodig
om zich breed te kunnen ontwikkelen. Ze leren op
een informele manier, via hun spel. Spel is de motor
waarop kleuters draaien. Zij kunnen niet anders dan
spelen. Kleuters zitten in hun fantasiewereld. Als
leerkracht kun je daar op inspelen en er dingen aan
toevoegen
Kleuters zijn van naturen nieuwsgierig naar wat er om hun heen gebeurt.
Klets eens met elkaar.
. ‘Het gaat
niet om het bereiken van kennis- of leerdoelen,
maar om confrontatie en oriëntatie. De doelen zijn vooral de processen die we op gang willen brengen, met name de nieuwsgierigheid van kinderen opwekken voor de wereld om hen heen
en een onderzoekende houding ontwikkelen, zodat kinderen willen weten en begrijpen hoe
dingen precies in elkaar zitten’, aldus Brouwer
Als je vertrekt vanuit de
onderzoekende houding van de kinderen, sluit
je vanzelf aan bij hun belevingswereld en kom je
sneller tot fundamenteel leren.
Je moedigt de nieuwsgierigheid van de kinderen aan
door je eigen verwondering en nieuwsgierigheid te
tonen. ‘Kinderen leren veel van een leerkracht die
zelf ook nieuwsgierig is; die zich dingen afvraagt en
zich over de wereld kan verwonderen. Zo’n leerkracht
vraagt zich samen met de kinderen af hoe allerlei
zaken te verklaren zijn of hoe dingen in elkaar zitten’
(Brouwer, 2010).
Je bent dus een rolmodel, je leeft een nieuwsgierige,
onderzoekende houding voor: ‘Zíe je dat?’, ‘Kijk
nou!’, ‘Kijk eens goed!’ Je legt je eigen vragen aan de
kinderen voor: ‘Wat zie ik nu, zou die slak echt over
dat randje kunnen kruipen? Waar zou de slak nog
méér over kunnen lopen?’ Zo stimuleer je kinderen
om ook met hun eigen vragen te komen. Overigens
stellen peuters in het algemeen weinig vragen.