Klinisch redeneren les 1 (periode 2,week 1)

Klinisch Redeneren 
Periode 3.1 Week 1
EBP & EBN 

Paige Ouwens 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Klinisch Redeneren 
Periode 3.1 Week 1
EBP & EBN 

Paige Ouwens 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even voorstellen 

 Paige Ouwens 
Docent verpleegkunde 
Senior verpleegkundige en praktijkopleider HBO-V in EMC
P.ouwens@zadkine.nl

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen week 1
De student:
Benoemt de vier pijlers van Evidence based pratice 
Kent het belang van Evidence based pratice
Legt in eigen woorden uit wat EBN inhoudt
Licht de rol van verpleegkundig onderzoek voor het beroep nader
toe
Legt in eigen woorden de verantwoording van het verpleegkundig
proces uit
Beschrijft de meerwaarde van Evidence based pratice voor het
klinisch redeneerproces


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we komende weken doen? 
  • Basis voor het doen van onderzoek 
  • Onderzoeksvraag opstellen uit de praktijk
  • Zelf onderzoek naar doen..... 

  • 10 punten te verdienen voor opdrachten
  • Toetsing: casus toets (minimaal 60 procent) 
  • Expert College: Methodisch werken en kwaliteitszorg 



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat versta jij onder Evidence Based Practice?

Slide 5 - Open vraag

- Meer lichaamsbeweging dan gebruikelijk
- Te veel insuline gespoten
- Te weinig of te laat eten
- Te snelle opname van insuline

Drie aspecten EBP
  • Informatie uit wetenschappelijk onderzoek
  •  Klinische ervaring, inzicht en kennis van de zorgprofessional
  •  Voorkeuren, ervaringen en
    verwachtingen
    van de patiënt

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom EBP?
Uit onderzoek blijkt: 
30-40% van gegeven zorg niet in overeenstemming met de wetenschap
20-25% onnodige of zelfs schadelijke zorg 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EBP in 5 stappen
  1. Stel een vraag (PICO)
  2. Zoeken naar het best beschikbare
    bewijs
  3. Beoordeel het bewijs kritisch 
  4. Pas toe in de patiëntenzorg
  5. Evalueren 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolg EBP
  • Excellente zorg continu verbeteren
  • Een leven lang leren 
  • Managen van de enorme informatiestroom 


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mw. Jansen krijgt iedere dag eerst haar linker steunkous aan en dan haar rechter steunkous. Is dit EBP?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na patiëntencontact was of reinig je je handen met alcohol. Is dit EBP?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij mw. van Dijk heeft de ervaring geleerd dat zij het beste eet wanneer zij naast mw. Jansen zit. Is dit EBP?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evidence Based Nursing 
''Het gewetensvolle, expliciete en oordeelkundige gebruik van theorie-afgeleide, op onderzoek gebaseerde informatie bij het nemen van beslissingen over zorgverleningssystemen en bij het overwegen van interne en externe behoeften en voorkeuren van de patiënt.''

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verpleegkundig proces 
  1.  Verzamelen van gegevens
  2.  Vaststellen verpleegkundig diagnose
  3.  Formuleren van verpleegkundig doel
  4.  Plannen van verpleegkundig zorg
  5.  Uitvoeren van verpleegkundig zorg
  6.  Evalueren van verpleegkundig zorg

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evidence Based Nursing 

  • Zelfde als EBP maar dan puur gericht op de zorg die geboden gaat worden
  • Sluit beter aan bij het verpleegkundig proces
  • Valt vaak samen met EBP 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je gestructureerd informatie verzamelen bij je zorgvrager?

Slide 16 - Open vraag

- Meer lichaamsbeweging dan gebruikelijk
- Te veel insuline gespoten
- Te weinig of te laat eten
- Te snelle opname van insuline

Je kan met deze methode een verpleegkundige diagnose vaststellen.
A
POP
B
PAP
C
PES
D
EBP

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PES
Met de PES-structuur kan de verpleegkundige alle verkregen informatie in drie gebieden indelen:
  • Probleem: alle informatie die gaat over de klachten of gezondheidsproblemen van de zorgvrager
  • Etiologie: alle factoren gezet die de klachten kunnen veroorzaken of met de klachten samenhangen
  • Symptomen: alle aanwijzingen en symptomen die kunnen wijzen op een bepaalde aandoening

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe formuleer je een verpleegkundig doel?
A
SLIM
B
SMART
C
GORDON
D
NANDA

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke methode kan je gebruiken om het verloop van de zorg te monitoren?
A
SOAP
B
ZELCOM
C
PES
D
EBP

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOAP
  • Methode om goed te rapporteren 
  •  Staat voor Subjectief – Objectief – Analyse – Plan van aanpak. 
  • Noteert de subjectieve en objectieve waarnemingen, maakt daaruit een analyse en formuleert je plan van aanpak in de vorm van acties
  • Vanuit de SOAP-rapportage wordt het verpleegplan weer bijgewerkt, waardoor je altijd actuele verpleegplannen hebt. Dit voorkomt fouten en onduidelijkheden in de uitvoering van het verpleegkundig beleid bij de zorgvrager


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functieomschrijving verpleegkunde 
  •  Vakinhoudelijk handelen: Verpleegkundige als zorgverlener
  •  Communicatie: Verpleegkundige als communicator
  •  Samenwerking; Verpleegkundige als samenwerkingspartner
  •  Kennis en Wetenschap: Verpleegkundige als reflectieve professional die handelt naar de           laatste stand van wetenschap
  •  Maatschappelijk handelen: Verpleegkundige als gezondheidsbevorderaar
  •  Organisatie: Verpleegkundige als organisator
  •  Professionaliteit en Kwaliteit: verpleegkundige als professional en kwaliteitsbevorderaar

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logisch en kritisch denken
Door logisch en kritisch denken:

  • Kun je fouten voorkomen
  • Trek je niet te snel conclusies
  • Begrijp je beter waar je mee bezig bent
  • Kun je aangeven wat belangrijk is en wat minder belangrijk is
  • Los je problemen die je tegenkomt efficiënter en effectiever op
  • Kun je jouw overtuiging of standpunt uitleggen aan anderen
  • Stel je jouw mening weer bij op basis van de argumenten die je hebt gevonden

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logisch en kritisch denken
''Logisch denken betekent letterlijk dat je goede argumenten gebruikt die je al nadenkend hebt gevonden'' 


''Kritisch denken houdt in dat je onafhankelijk van anderen informatie beoordeelt en tot je eigen conclusies komt''

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt voor jullie aandacht en tot volgende week! 
Bij vragen kan je mij op Teams bereiken of via de mail 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies