Klinisch redeneren les 1 (periode 4, week 1)

Klinisch Redeneren 
Periode 2 week 1 en 2
EBP & EBN - Kwaliteit binnen de zorg

Paige Ouwens 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Klinisch Redeneren 
Periode 2 week 1 en 2
EBP & EBN - Kwaliteit binnen de zorg

Paige Ouwens 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen week 1
De student:
• benoemt de vier pijlers van Evidence based pratice 
• legt het belang van EBP uit
• legt in eigen woorden de verantwoording van het verpleegkundig proces uit
• beschrijft drie pijlers van verpleegkundige ontwikkeling
• legt in eigen woorden uit wat EBN inhoudt
• licht de rol van verpleegkundig onderzoek voor het beroep nader toe
• beschrijft het functiehuis verpleegkunde in eigen woorden


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen week 2
De student:
• Neemt een kritisch houding aan t.o.v. het verpleegkundig proces op stage
• Legt in eigen woorden uit wat kwaliteitsindicatoren en veiligheidsindicatoren zijn
• Is instaat om indicatoren gegevens van zijn eigen stageplek terug te vinden
• Benoemt de speerpunten van kwaliteitsverbetering in de zorg
van dit moment

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we komende weken doen? 
  • Basis voor het doen van onderzoek 
  • Onderzoeksvraag opstellen uit de praktijk
  • Zelf onderzoek naar doen..... 

  • Toetsing: Socrative toets samen met farmacologie 
  • Casustoets met open en gesloten vragen over de afgelopen twee kwartalen 


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat versta jij onder Evidence Based Practice?

Slide 6 - Open vraag

- Meer lichaamsbeweging dan gebruikelijk
- Te veel insuline gespoten
- Te weinig of te laat eten
- Te snelle opname van insuline

Drie aspecten EBP
  • Informatie uit wetenschappelijk onderzoek
  •  Klinische ervaring, inzicht en kennis van de zorgprofessional
  •  Voorkeuren, ervaringen en
    verwachtingen
    van de patiënt

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom EBP?
Uit onderzoek blijkt: 
30-40% van gegeven zorg niet in overeenstemming met de wetenschap
20-25% onnodige of zelfs schadelijke zorg 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EBP in 5 stappen
  1. Stel een vraag (PICO)
  2. Zoeken naar het best beschikbare
    bewijs
  3. Beoordeel het bewijs kritisch 
  4. Pas toe in de patiëntenzorg
  5. Evalueren



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolg EBP
  • Excellente zorg continu verbeteren
  • Een leven lang leren 
  • Managen van de enorme informatiestroom 


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mw. Jansen krijgt iedere dag eerst haar linker steunkous aan en dan haar rechter steunkous. Is dit EBP?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na patiëntencontact was of reinig je je handen met alcohol. Is dit EBP?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij mw. van Dijk heeft de ervaring geleerd dat zij het beste eet wanneer zij naast mw. Jansen zit. Is dit EBP?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evidence Based Nursing 
''Het gewetensvolle, expliciete en oordeelkundige gebruik van theorie-afgeleide, op onderzoek gebaseerde informatie bij het nemen van beslissingen over zorgverleningssystemen en bij het overwegen van interne en externe behoeften en voorkeuren van de patiënt.''

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evidence Based Nursing 

  • Zelfde als EBP maar dan puur gericht op de zorg die geboden gaat worden
  • Sluit beter aan bij het verpleegkundig proces
  • Valt vaak samen met EBP 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verpleegkundig proces 
  1.  Verzamelen van gegevens
  2.  Vaststellen verpleegkundig diagnose
  3.  Formuleren van verpleegkundig doel
  4.  Plannen van verpleegkundig zorg
  5.  Uitvoeren van verpleegkundig zorg
  6.  Evalueren van verpleegkundig zorg

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verpleegkundig proces 
Gaat over het doen van je werk !

''Een systematische benaderingswijze voor het denken en doen van verpleegkundige''
Vereist: nemen van besluiten, klinische inzichten, kritische vaardigheden.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veiligheidsindicatoren 
Organisaties zoeken naar manieren om inzicht te krijgen in de veiligheidstoestand in hun bedrijf om, wanneer dat nodig is, extra maatregelen te nemen en om de effectiviteit van interventies te kunnen meten. 

Veel verschillende indicatoren. Denk aan ziekteverzuim, bedrijfsongeval, MIP melding. 10 thema's VMS. Welke? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VMS thema's 
1. Verwisseling van en bij de patiënt 
(2. Veilige zorg zieke kinderen)
3. Kwetsbare ouderen 
4. Voorkmen lijnsepsis en behandeling sepsis
5. Optimale zorg ACS (acute coronair syndrome) 
6. High risk medicatie
7. Nierinsufficiëntie 
8. Medicatieverificatie opname en ontslag
9. Vroege herkenning en behandeling pijn
10. Vitaal bedreigde patiënt herkennen en behandelen
11. Wondinfectie post operatief voorkomen 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteitsindicatoren 
Doel: Met kwaliteitsindicatoren kan de kwaliteit van zorg gecontroleerd en verbeterd worden. 
Interne indicatoren: zijn bedoeld voor het beoordelen van de eigen zorgprocessen. 
Externe indicatoren zijn bedoeld om verantwoording af te leggen over de kwaliteit van de zorg aan patiënten, zorgverzekeraars, en de Inspectie.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteitsindicatoren 
IGJ: Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. 
Gebruikt kwaliteitsindicatoren om te bepalen welke zorgprocessen in een ziekenhuis extra aandacht behoeven of om nader onderzoek vragen.

Kwaliteitsindicatoren zijn gestandaardiseerde, wetenschappelijk onderbouwde maatstaven voor de kwaliteit van zorg die kunnen worden gebruikt om de klinische prestaties en uitkomsten te meten en op te volgen.  

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Omaha system is een...
A
Verwijssysteem
B
Interventiesysteem
C
Declaratiesysteem
D
Classificatiesysteem

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van het Omaha System?
A
Het meten van de prestaties van de vpk door leidinggevende
B
Doorverwijzen van cliënten
C
Vastleggen zorgproces in duidelijke taal
D
Informatie over protocollen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omaha system
Het Omaha System is een classificatiesysteem dat het gehele zorgproces dekt. Het Omaha System dient om het volledige zorgproces in duidelijke taal te beschrijven.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Marjon, een ervaren verpleegkundige, is al een aantal jaar werkzaam op een afdeling. Er wordt een zorgvrager opgenomen met een ziektebeeld dat Marjon bekend is. Zij heeft al veel zorgvragers met dit probleem verzorgd. De zorgvrager is erg ziek en moet intensieve zorg krijgen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zal Marjon in eerste instantie doen, om een inschatting te maken van de toestand van de zorgvrager?
A
Hulp vragen aan collega's
B
Analyse maken van de situatie
C
Gebruik maken van voorgevoel
D
Het bijbehorende protocol volgen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Bob, een verpleegkundige, werkt sinds kort op een afdeling. Hij is net afgestudeerd en dit is zijn eerste baan. Op de afdeling ligt een zieke zorgvrager die hij intensief moet verzorgen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarvan zal Bob vooral gebruik maken om een inschatting te maken van de toestand van de zorgvrager?
A
Zijn voorgevoel
B
Analyse van de situatie maken
C
Het bijbehorende protocol
D
Hulp van collega's

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klinisch redeneren
Gaat over de zorgsituatie !

''Observaties en interpretaties structureren, 
medische kennis koppelen aan observaties en juiste vervolg stappen beredeneren''
 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Een zorgvrager is erg angstig voor kleine ruimtes. Hij moet een MRI-scan ondergaan en ziet hier heel erg tegenop. Als verpleegkundige wil je de zorgvrager graag helpen en ondersteunen bij het verminderen van de angst.
 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebruik je hiervoor als hulpmiddel?
A
NIC
B
NOC
C
Beide
D
Beide niet

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

NIC versus NOC
NIC = Verpleegkundige interventies
NOC= verpleegkundige zorgresultaten
NANDA = Verpleegkundige diagnoses 
 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kan met deze methode een verpleegkundige diagnose vaststellen.
A
POP
B
PAP
C
PES
D
EBP

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PES
Met de PES-structuur kan de verpleegkundige alle verkregen informatie in drie gebieden indelen:
  • Probleem: alle informatie die gaat over de klachten of gezondheidsproblemen van de zorgvrager
  • Etiologie: alle factoren gezet die de klachten kunnen veroorzaken of met de klachten samenhangen
  • Symptomen: alle aanwijzingen en symptomen die kunnen wijzen op een bepaalde aandoening

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe formuleer je een verpleegkundig doel?
A
SLIM
B
SMART
C
GORDON
D
NANDA

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke methode kan je gebruiken om het verloop van de zorg te monitoren?
A
SOAP
B
ZELCOM
C
PES
D
EBP

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SOAP
  • Methode om goed te rapporteren 
  •  Staat voor Subjectief – Objectief – Analyse – Plan van aanpak. 
  • Noteert de subjectieve en objectieve waarnemingen, maakt daaruit een analyse en formuleert je plan van aanpak in de vorm van acties
  • Vanuit de SOAP-rapportage wordt het verpleegplan weer bijgewerkt, waardoor je altijd actuele verpleegplannen hebt. Dit voorkomt fouten en onduidelijkheden in de uitvoering van het verpleegkundig beleid bij de zorgvrager


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logisch en kritisch denken
Door logisch en kritisch denken:

  • Kun je fouten voorkomen
  • Trek je niet te snel conclusies
  • Begrijp je beter waar je mee bezig bent
  • Kun je aangeven wat belangrijk is en wat minder belangrijk is
  • Los je problemen die je tegenkomt efficiënter en effectiever op
  • Kun je jouw overtuiging of standpunt uitleggen aan anderen
  • Stel je jouw mening weer bij op basis van de argumenten die je hebt gevonden

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logisch en kritisch denken
''Logisch denken betekent letterlijk dat je goede argumenten gebruikt die je al nadenkend hebt gevonden'' 


''Kritisch denken houdt in dat je onafhankelijk van anderen informatie beoordeelt en tot je eigen conclusies komt''

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Je gaat nadenken over een casus waarin jij dacht dit kan beter...

Beschrijf kort:
Wat was de situatie?
Wie waren er betrokken?
Wat werd er gedaan in de zorg en wat kan er anders in jou ogen?
Koppel hier een onderwerp aan wat je nader wilt onderzoeken


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Afsluiting 
Vragen? 


Volgende week:
PICO
Informatiebronnen





Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies