In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Ademhalingsstelsel en zenuwstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
1. Je kunt de route van zuurstof door het lichaam tekenen en de belangrijkste onderdelen van het ademhalingsstelsel benoemen.
2. Je kunt uitleggen hoe het zenuwstelsel signalen doorgeeft en het lichaam aanstuurt.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je al van het ademhalingsstelsel?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
middenrif
longblaasje
bronchiën
longhaarvat
luchtpijp
neusholte
long
luchtpijptakje
Slide 6 - Sleepvraag
Middenrif
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Het zenuwstelsel
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Zenuwstelsel bestaat uit...
A
Zenuwen
B
je huid, zenuwen en ruggenmerg
C
ruggenmerg, zenuwen en hersenen
D
ruggenmerg en hersenen
Slide 14 - Quizvraag
Zenuwstelsel
Hersenen
Ruggenmerg
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
Slide 15 - Sleepvraag
Verwerking
Werkblad
Teken en benoem de organen waar een boterham met kaas doorheen gaat in het spijsverteringsstelsel.
Gebruik pijlen om de volgorde aan te geven.
Beschrijf kort de functie van de organen
Slide 16 - Tekstslide
Antwoorden werkblad
Slide 17 - Tekstslide
Antwoorden werkblad
1. De neus/mond – Inademing van lucht.
2. Luchtpijp – Voert lucht naar de longen.
3. Longen – Zuurstof wordt opgenomen in het bloed.
4. Bloed – Vervoert zuurstof naar cellen.
Slide 18 - Tekstslide
Antwoorden werkblad
Vraag 1:
1. Hersenen: De hersenen verwerken de informatie die je ogen zien (de bal die naar je toe komt) en sturen het signaal naar de spieren om je handen omhoog te doen.
2. Ruggenmerg: Het ruggenmerg is een deel van het centrale zenuwstelsel en speelt een rol bij snelle reacties (reflexen) zonder dat de hersenen volledig betrokken zijn.
Slide 19 - Tekstslide
Antwoorden werkblad
Vraag 2: De hersenen ontvangen informatie van je ogen via je zenuwen en sturen via de motorische zenuwen een signaal naar de spieren in je armen om je handen omhoog te doen. Dit proces gaat snel, zodat je snel kunt reageren.
Slide 20 - Tekstslide
Antwoorden werkblad
Vraag 3:
Als je een reflex hebt, reageert je lichaam veel sneller. In plaats van dat het signaal via je hersenen gaat, wordt het signaal via het ruggenmerg gestuurd. Dit betekent dat je handen sneller omhoog gaan zonder dat je er veel over nadenkt. Reflexen zijn automatisch en gebeuren vaak zonder bewuste controle.
Slide 21 - Tekstslide
Waarom is dit belangrijk om te leren?
Het ademhalingsstelsel zorgt voor zuurstof, en het zenuwstelsel regelt hoe je lichaam reageert.
Stress kan je ademhaling versnellen (hyperventilatie), en luchtvervuiling kan ademhalings- en concentratieproblemen veroorzaken.
Slide 22 - Tekstslide
Afsluiting
Wat vond je het moeilijkst aan deze les?
Wat zou je nog meer willen weten over het ademhalings- of zenuwstelsel?