In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Presenteren.... kun je leren!
Slide 1 - Tekstslide
Lessonup.app
307-847
Slide 2 - Tekstslide
Ik heb weleens gepresenteerd
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quizvraag
Presenteren is spannend
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties?
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Welke verschillen zag of hoorde je?
Slide 8 - Woordweb
Wat is belangrijk aan je houding?
Slide 9 - Woordweb
Houding
- Sta met twee benen op de grond. - Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. - Je armen langs je lichaam. - Rug recht, schouders naar achteren. - Ogen het publiek in.
Slide 10 - Tekstslide
In een presentatie kun je verbale en non-verbale communicatie gebruiken....
Slide 11 - Tekstslide
Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen
Slide 13 - Quizvraag
Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Welke toets is de oeps knop?
A
alt + c
B
alt + spatie
C
alt + z
D
ctrl + z
Slide 15 - Quizvraag
Met welke toets kon je de tekst dik maken?
A
ctrl + v
B
ctrl + x
C
ctrl + d
D
ctrl + b
Slide 16 - Quizvraag
met welke toets kan je de tekst selecteren?
A
alt + a
B
shift + t
C
ctrl + a
D
ctrl + s
Slide 17 - Quizvraag
Sneltoetsen
Ctrl + C = tekst kopieren (blijft staan)
Ctrl + X = tekst knippen (tekst is dan weg)
Ctrl + Z = terug (ongedaan maken)
Ctrl + B = tekst dik gedrukt maken
Ctrl + U = tekst onderstrepen
Ctrl + I = tekst schuin
Ctrl + a
Ctrl + V = plakken
Ctrl + L = tekst links
Ctrl + R = Tekst rechts
Ctrl + E = tekst in het midden
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Aan de slag!
Je gaat nu weer verder aan je presentatie van vakantie werken.