Presenteren met verbale en non-verbale communicatie

Presenteren met verbale en non-verbale communicatie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Presenteren met verbale en non-verbale communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
Aan het einde van de les kun je mondeling presenteren met goed gebruik van verbale en non-verbale communicatie.

Slide 2 - Tekstslide

Geef aan het begin van de les aan wat de leerlingen aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet jij al over mondeling presenteren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is mondeling presenteren?
Mondeling presenteren is het overbrengen van informatie aan een publiek.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat mondeling presenteren is en wat het doel ervan is.
Verbale communicatie
Verbale communicatie is de manier waarop je je boodschap overbrengt door middel van woorden.

Slide 5 - Tekstslide

Geef voorbeelden van verbale communicatie, zoals toon, tempo en volume.
Non-verbale communicatie
Non-verbale communicatie is de manier waarop je je boodschap overbrengt door middel van lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen.

Slide 6 - Tekstslide

Geef voorbeelden van non-verbale communicatie, zoals oogcontact en gebaren.
Voorbereiding
Bereid je presentatie goed voor door je onderwerp te kennen en te oefenen.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit hoe leerlingen zich kunnen voorbereiden op hun presentatie.
Structuur
Bedenk een duidelijke structuur voor je presentatie met een introductie, kern en slot.

Slide 8 - Tekstslide

Geef tips voor het structureren van de presentatie.
Oefenen
Oefen je presentatie voor vrienden of familie en vraag om feedback.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit waarom oefenen belangrijk is en hoe leerlingen kunnen oefenen.
Evaluatie
Evalueer je presentatie achteraf en stel verbeterpunten vast voor de volgende keer.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit waarom evaluatie belangrijk is en hoe leerlingen dit kunnen doen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.