Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
Zitten op je eigen plek
5 minuten de tijd.
timer
5:00
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Denk om…
Je jas uit, pet af.
Mobiel in de telefoontas (op stil).
Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. Tas op de grond.
Zitten op je eigen plek
5 minuten de tijd.
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
H5 Stevigheid en beweging
51 Het skelet van de mens
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
- Je kunt de botten benoemen in een afbeelding van het skelet.
- Je kunt de functies van het skelet noemen.
- Je kunt pijpbeenderen en platte beenderen onderscheiden en kenmerken ervan noemen.
Slide 3 - Tekstslide
Skelet:
Geen skelet, uitwendig
skelet of inwendig
skelet.
Slide 4 - Tekstslide
1. Je kunt de botten benoemen in
een afbeelding van het skelet
Slide 5 - Tekstslide
2. Je kunt de functies van het skelet noemen
Functies skelet:
stevigheid
vorm
beweging
bescherming
Slide 6 - Tekstslide
4. Je kunt de kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en de delen ervan benoemen in een afbeelding
Kraakbeenweefsel bestaat uit cellen die in tussencelstof liggen. Kraakbeenweefsel is soepel, stevig en buigzaam
Slide 7 - Tekstslide
Beenweefsel
- Botten bestaan uit beenweefsel.
- In beenweefsel zitten veel kalkzouten en weinig lijmstof.
Slide 8 - Tekstslide
6. Je kunt de vier beenverbindingen onderscheiden
Onbewegelijke
Bewegelijke
Slide 9 - Tekstslide
10. Je kunt aangeven wat een goede lichaamshouding is en hoe je hiermee rugklachten kunt voorkomen
Je wervelkolom bestaat uit een 'dubbele S-vorm' voorkomt te harde schokken
In stand gehouden door rugspieren
Tussen de wervels zitten tussenwervelschijven
Slide 10 - Tekstslide
Lichaamshouding
Slide 11 - Tekstslide
Schedel, romp en ledematen
Slide 12 - Tekstslide
Borstkas
Borstbeen
Ribben
Borstwervels
Slide 13 - Tekstslide
Schoudergordel
Slide 14 - Tekstslide
bekkengordel/bekken
Heupbeen
Heiligbeen
Staartbeen
Slide 15 - Tekstslide
Wat zijn stamcellen?
Slide 16 - Open vraag
Beenmerg
Vet
Stamcellen
Slide 17 - Tekstslide
Leukemie en stamcellen
Overproductie van abnormale/onrijpe witte bloedcellen.
Werd vroeger behandeld met beenmergtransplantaties,
tegenwoordig kunnen stamcellen uit het bloed gehaald
worden (stamceltransplantatie).
Slide 18 - Tekstslide
Zelfstandig werken
- Werk aan de opdrachten van 5.1.
opdracht 1 t/m 8
- Klaar? Begin alvast aan de test jezelf!
Succes!
timer
10:00
Slide 19 - Tekstslide
Wat voor een soort bot is de dijbeen? En wat voor een soort bot is het schouderblad?
Slide 20 - Open vraag
Uit welke botten bestaat de schoudergordel?
Slide 21 - Open vraag
In welke bot of welke botten kun je geel beenmerg vinden?
A
Platte beenderen
B
Pijpbeenderen
C
Zowel platte beenderen als pijpbeenderen
Slide 22 - Quizvraag
deel van het skelet dat bestaat uit de schouderbladen en de sleutelbeenderen
deel van het skelet dat bestaat uit de borstwervels, de ribben en het borstbeen
deel van het skelet dat bestaat uit de heupbeenderen en het heiligbeen
schoudergordel
borstkas
bekken
Slide 23 - Sleepvraag
Wat zijn de functies van het skelet?
A
Beweging, vorm, lenigheid, stevigheid
B
Vorm, bescherming, stevigheid, beweging
C
Bescherming, kracht, lenigheid, beweging
D
Vorm, bescherming, kracht, stevigheid
Slide 24 - Quizvraag
Hoe komt het dat het skelet van baby nog zo flexibel is? Het skelet bestaat voornamelijk uit
A
Kraakbeenweefsel
B
Botweefsel
C
spons
D
elastiek
Slide 25 - Quizvraag
Skelet Uit hoeveel botten bestaat het skelet van een volwassene?
A
106
B
206, Bram had gelijk :)
C
176
D
236
Slide 26 - Quizvraag
In de afbeelding zie je een schematische tekening van het skelet van de mens. Een aantal botten is genummerd.
Wat is aangegeven met nummer 18?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Heiligbeen
D
Lendewervels
Slide 27 - Quizvraag
In de afbeelding zie je een schematische tekening van het skelet van de mens. Een aantal botten is genummerd.
Wat is aangegeven met nummer 22?
A
Dijbeen
B
Scheenbeen
C
Heupbeen
D
Bovenbeen
Slide 28 - Quizvraag
Hiernaast is het skelet van een hond getekend. De namen van de botten van een hond zijn hetzelfde als bij de mens.
Wat is de naam van het bot dat is aangegeven met de letter P?
A
Halswervel
B
Staartwervel
C
Borstwervel
D
Lendenwervel
Slide 29 - Quizvraag
Je ziet een gedeelte van het skelet van de mens.
Wat stellen de nummers 3 en 6 voor?
A
3 = spaakbeen
6 = middenhandsbeentjes
B
3 = ellepijp
6 = handwortelbeentjes
C
3 = spaakbeen
10 = handwortelbeentjes
D
3 = ellepijp
10 = middenhandsbeentjes
Slide 30 - Quizvraag
Je ziet een gedeelte van het skelet van de mens. Wat stellen de nummers 8 en 10 voor?
A
8 = spaakbeen
10 = middenhandsbeentjes
B
8 = spaakbeen
10 = handwortelbeentjes
C
8 = ellepijp
10 = middenhandsbeentjes
D
8 = ellepijp
10 = handwortelbeentjes
Slide 31 - Quizvraag
Kijk naar de tekening van het skelet van een Caraïbische zeekoe. In vergelijking met het skelet van een mens ontbreken er bij een zeekoe botten. Welk bot ontbreekt bij de zeekoe?