a.
Raken betekent 1 punt gemeenschappelijk, dus de D=0 en bereken p
b. B(-5, 40) ligt op de grafiek, dus vul in: voor x=-5, f(x)=40 en bereken p.
c. B(1, 0) ligt op de grafiek, dus vul in: voor x=1, f(x)=0. Bereken p en daarna de snijpunten met de x-as.