Theorie: aanwijzend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw): deze, die, dat, dit, zulk(e), zo'n, dergelijk(e), zelf, hetzelfde, dezelfde
- Kan voor een zelfstandig naamwoord staan: deze mevrouw, dat paard, zo'n fiets
- Kan ook alleen staan, je kunt er dan een zelfstandig naamwoord achter denken:
Deze rode fiets vind ik mooier dan die gele (fiets). Vind jij dat ook?
Dat en die zijn aanw.vnw als je het kunt vervangen door dit of deze.
Woorden die een plaats of een richting aangeven, zijn geen aanwijzend voornaamwoorden (daar, daarheen, daarover, daarlangs).