De verspreiding van zaden

De verspreiding van zaden
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieLezen+3BasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

Een nieuw plantje ontstaat uit een klein zaadje van een plant. Dat wist je vast. Maar soms komt zo’n nieuw plantje meters of kilometers verwijderd van die ‘moederplant’ uit de aarde tevoorschijn. Hoe kan dat? Een plant staat toch muurvast in de aarde? Gelukkig heeft hij een heleboel handige hulpjes die zijn zaden verspreiden!

Onderdelen in deze les

De verspreiding van zaden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie
Na deze les:
  • weet ik hoe planten hun zaden verspreiden.
  • weet ik meer over een plant die in de buurt van mijn huis groeit.
Dit ga je leren
Woordenschat
  • Na deze les begrijp ik de belangrijke woorden die met de verspreiding van zaden te maken hebben.
Taal
  • Na deze les kan ik een informatieve tekst schrijven voor in een informatief boek over planten.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Vragenmuur
Wat zou jij willen weten over 
het onderwerp van de les? Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Tekstslide

Eigen leervragen
De leerlingen formuleren eigen leervragen over het onderwerp. De vragen worden opgeschreven op een papiertje en op de vragenmuur geplakt. Zodra een vraag is beantwoord, wordt hij verplaatst naar de weetmuur.
Verdiepende tekst

Lees de tekst hiernaast. Arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt.

Wil je de tekst vergroten? Klik dan op de loep en vervolgens op de tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
verspreiding van zaden
het zaadje
Klein korreltje van een plant waaruit een nieuwe zelfde plant kan groeien.
Uit het zaadje groeide een nieuwe plant
verspreiden – verspreidde – verspreid
Dat iets overal komt of binnen een groter gebied komt.
De eikenboom verspreidde zich door heel Nederland!
kleven - kleefde - gekleefd
Ergens aan vast blijven zitten / plakken.
Het plakband kleeft goed!
de uitwerpselen
Plas en poep.
De uitwerpselen van het dier zagen er niet zo fris uit!

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga met behulp van de hulpkaart op zoek naar de betekenis van de woorden die jij hebt gearceerd. 
Weet je de betekenis nog niet? Zoek dan de betekenis van het woord op, op deze website. Schrijf de betekenis voor jezelf op. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Welke zin is NIET WAAR?
A
Dieren helpen bij de verspreiding van zaden.
B
Vogelpoep in het bos? Dan kan het zomaar zijn dat er later op die plek een plantje gaat groeien!
C
Sommige zaden worden door de wind verspreid. Daardoor kan er, ver van zijn moederplant, toch een paardenbloem groeien!
D
Zaden kunnen worden verspreid via de wind en met behulp van dieren. Als een zaadje in het water valt, dan gaat het dood.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Heb jij de tekst goed begrepen? Test je kennis!
Schrijf een kort stukje tekst waarin je uitlegt hoe zaden zich verspreiden. 

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Uitleg
Je gaat straks een informatieve tekst over een plant schrijven voor in een informatief boek over planten. Maar uh, hoe doe je dat eigenlijk? Geen paniek, ik help je er stap voor stap doorheen!

Slide 10 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Verwerkingsopdracht
Uitleg
Bekijk het voorbeeld van een informatieve tekst uit een boek over planten hiernaast.
Stap 1
Voorbeeld van een informatieve tekst
Stengel
De stengel is groen, lang en smal. Hij kan wel twee meter hoog worden.

Bladeren
De plant heeft veel licht- en donkergroene bladeren. Die lange en smalle bladeren zitten vast aan de stengel. Het blad hangt in een soort boog naar beneden. Het einde ziet eruit als een scherp puntje. 

Bloemen
De plant heeft mannelijke en vrouwelijke bloemen. Boven op de plant zitten de mannelijke bloemen in een soort pluim. Het zijn donkergele stengels met allemaal kleine knopjes. Ze lijken een beetje pluizig.
Halverwege de plant zitten de vrouwelijke bloemen. In eerste instantie zijn dit lange, kleverige draden. Na bevruchting ontstaan er felgele kolven. In de kolven zitten korrels, die de zaden van de plant zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat
denk 
jij?
Over welke plant had de schrijver het denk je?
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

.
Informatieve tekst in een boek over planten.
De schrijver heeft een heleboel woorden gebruikt die jou hebben geholpen om erachter te komen hoe de plant eruitziet. Welke woorden waren dat?
Voor de slimmeriken: ja, dit zijn vooral bijvoeglijke naamwoorden! Deze woorden zeggen iets over het zelfstandig naamwoord.
De grote boom bijvoorbeeld!

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Uitleg
kun je iets vertellen over de kleur (het zijn donkergele stengels).

kun je iets vertellen over de vorm (de bladeren zijn lang en smal).

kun je iets vertellen over de grootte (de stengel kan twee meter hoog worden).

kun je iets vertellen over een bijzondere eigenschap 
(het ziet er pluizig uit, de draden zijn kleverig).
Conclusie: als je wilt vertellen hoe iets eruitziet dan ...

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Uitleg
Bekijk het voorbeeld van een informatieve tekst uit een informatief boek over planten.
Stap 2
Voorbeeld van de vormgeving van een informatieve tekst

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.
Informatieve tekst in een plantenboek.
Wat valt je op als je kijkt naar de vormgeving van deze informatieve tekst?
Met vormgeving wordt bedoeld hoe de tekst eruitziet. Je kunt bijvoorbeeld kijken naar kleur, afbeeldingen en tussenkopjes. Staat de tekst recht onder elkaar? Of is er iets anders mee gedaan?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Uitleg
is de titel vaak groter dan de lopende tekst en heeft het soms een ander lettertype.

zie je aan de tussenkopjes waar de alinea's over gaan. Deze tussenkopjes vallen op, doordat ze een andere kleur hebben, dikgedrukt zijn en/of iets groter zijn.

is de tekst vaak opgeknipt in kleinere korte alinea's. De tekst staat niet altijd recht onder elkaar.

zie je afbeeldingen die je helpen om de tekst nog beter te begrijpen.

wordt er soms een gedeelte van een afbeelding uitvergroot weergegeven. Zo kun je de details nog beter zien. In het voorbeeld heeft de vormgever een rondje om het gedeelte gezet wat hij heeft uitvergroot.




Conclusie: als je kijkt naar de vormgeving van een informatieve tekst in een boek dan ...

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Aan de slag!
Ga naar buiten en maak een foto van een plant. 

Tip! Maak meerdere foto's, ook van de details. 


De opdracht
Download de app PlantNet om erachter te komen hoe jouw plant heet. 


Klik op galerij om één van jouw gemaakte foto's te uploaden.


Klik op blad, bloem, vrucht of schors.


Bekijk onder resultaten of jouw plant op één van de foto's lijkt. De naam van de plant staat eronder.







Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Aan de slag!
Als het goed is weet je nu hoe jouw plant heet!

Ga op internet op zoek naar meer informatie over jouw plant. Schrijf de informatie voor jezelf op in steekwoorden.
De opdracht

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Aan de slag!
Schrijf een informatieve tekst over jouw gekozen plant voor in een plantenboek. Je hoeft nog geen aandacht te besteden aan de vormgeving. Dat komt straks.

De checklist hiernaast kan je helpen!
De opdracht
Checklist tekst
Mijn doel is om de lezer te informeren over een plant.

In de tekst is veel informatie te lezen. Dat zijn feiten. In de tekst staan geen meningen. Ik vertel dus niet wat ik van de plant vind.

De tekst heeft een titel en tussenkopjes.

Uit de tekst blijkt hoe de plant eruitziet. Ik heb ieder geval iets verteld over de stengel, de bladeren en de bloemen. Ik vertel iets over de kleur, de vorm, de grootte en eventuele bijzondere eigenschappen van (delen van) de plant.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Aan de slag!
Laat een klasgenoot jouw tekst lezen. Bekijk samen de checklist nog een keertje. Vinden jullie dat jouw tekst aan alle punten uit de checklist voldoet? Zijn er nog dingen die je kunt verbeteren?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Aan de slag!
Je tekst is nu af, het is tijd voor de vormgeving!

Maak je tekst op zoals een echte vormgever het zou doen. Dit mag op de computer in bijvoorbeeld Word, maar het kan ook op papier.

De checklist hiernaast kan je helpen.
De opdracht
Checklist vormgeving
De titel valt op (grotere letters, ander lettertype)

De tussenkopjes vallen op (andere kleur, dikgedrukt en/of grotere letters)

De tekst is opgeknipt in kleinere korte alinea's.

De afbeeldingen helpen de lezer om de tekst nog beter te begrijpen.

Een gedeelte van een afbeelding wordt uitvergroot weergegeven. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Ben jij tevreden over jouw tekst voor in het planten-boek? Stuur dan een foto (of het Word-bestand) van jouw werk naar je juf of meester. Misschien wil hij of zij alle teksten van je klasgenoten verzamelen in één document. Dan kun je pas écht lezen in een informatief plantenboek!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie
  • Ik weet hoe planten hun zaden verspreiden.
  • Ik ben meer te weten gekomen over een plant die in de buurt van mijn huis groeit.
Dit weet ik nu ... & Dit kan ik nu ...
Woordenschat
  • Ik begrijp de belangrijke woorden die met de verspreiding van zaden te maken hebben.
Taal
  • Ik kan een informatieve tekst schrijven voor in een informatief boek over planten.
Heb jij de lesdoelen behaald, vind je?

Slide 24 - Tekstslide

Controle lesdoelen
Hebben de leerlingen de lesdoelen behaald?
Vragenmuur & Weetmuur
  • Welke vragen zijn al beantwoord? Verplaats deze naar de weetmuur. 
  • Op welke vragen hoop je de volgende les antwoord te krijgen? 
  • Zijn er tijdens deze les nieuwe vragen in je opgekomen?

Slide 25 - Tekstslide

Vragenmuur & weetmuur
Bekijk samen met de leerlingen de vragenmuur. Zijn er al vragen beantwoord? Verplaats die vragen naar de weetmuur. Zijn er tijdens deze les nieuwe vragen ontstaan?
              Tot de volgende keer!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies