1B2 ~ deelwoorden als bijvoeglijke naamwoorden 9-11-2021

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

H3 Spelling ~> Werkwoorden

Spelling deelwoorden
als bijvoeglijk naamwoord

H3 Spelling WW: verleden tijd sterke werkwoorden

Jullie zinnen bij H3 opdracht 3

H6 Spelling WW: werkwoordsvormen en werkwoordstijden 

Leerdoel: 

"Aan het einde van de les kan ik verschillende deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord correct spellen."

Spelling: deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Maak eerst de startopdracht van H5 Spelling ww'n 

1. Lees de zinnen a en b.

2. Leg uit waarom ze verschillend gespeld staan.   

Spelling: deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Hoe spel je deelwoorden als bijvoeglijke naamwoorden?   

1. Door een ‘e’ achter het deelwoord te zetten. Bijvoorbeeld:

a. verlicht (vd) -> de verlichte (bn) kamer.

b. Verlichtend (od) -> de verlichtende lamp in de kamer.

2. Door ‘tte’ of ‘dde’ toe te voegen voor de uitspraak. Bijvoorbeeld:

a. Verzet (vd) -> de verzette afspraak (dus niet ‘de verzete afspraak).

3. Door de ‘n’ te laten staan bij voltooide deelwoorden die al op ‘en’ eindigen. Bijvoorbeeld:

a. Verloren (vd)  de verloren wedstrijd (dus niet ‘de verloorre wedstrijd’)

Spelling: deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

1. pak je planagenda; 

2. Schrijf op: 

3. Lever het huiswerk vóór de volgende les op Classroom

     

Spelling: deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Hoe bepaal je hoe je verschillende deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord correct spelt? 

Hoe goed kun je nu verschillende deelwoorden
als bijvoeglijk naamwoord correct spellen?

😒🙁😐🙂😃