§1.2 Kringloop van water

§1.2 kringloop van water
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

§1.2 kringloop van water

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je kunnen/kennen?
  • Je kunt de korte en lange kringloop van water beschrijven en verklaren
  • Je kunt de aanvoer, opslag en afvoer van water in stroomgebieden beschrijven en verklaren.

Slide 2 - Tekstslide

Uit hoeveel procent bestaat het aardoppervlak uit water?
A
40% water, 60% land
B
50% water, 50% land
C
60% water, 40% land
D
70% water, 30% land

Slide 3 - Quizvraag

Bekijk hiernaast eerst de bron.

Deze bron stelt de verdeling van het zoete water op aarde voor.

Welke woorden horen bij de cijfers 1 en 2 te staan?
A
1 = diep grondwater, 2 = water in meren en rivieren
B
1 = water in meren en rivieren, 2 = water in planten
C
1 = water in planten, 2 = water in ijskappen en gletsjers
D
1 = water in ijskappen en gletsjers, 2 = diep grondwater

Slide 4 - Quizvraag

Waterrecycling

Water zit in een kringloop: de weg die water door de natuur aflegt naar uiteindelijke verdamping in de zee.

Slide 5 - Tekstslide

Korte kringloop
Neerslag valt meteen weer terug in de zee.
Lange kringloop
Neerslag valt op het land en komt via een omweg ( rivieren en grondwater) weer terug in de zee.
Waterkringloop
De voortdurende verplaatsing van water over de aarde.

De hoeveelheid water op aarde verandert niet!!! 

Slide 6 - Tekstslide

De hoeveelheid water op aarde blijft altijd gelijk!
 

Maar de vorm verandert wel!

Slide 7 - Tekstslide

Zet de volgende processen van de lange waterkringloop in de juist volgorde
1
2
3
4
5
wolkenvorming
neerslag
infiltratie / afstoming
condensatie
Verdamping

Slide 8 - Sleepvraag

Verdamping
Korte kringloop
Condensatie
Lange kringloop

Slide 9 - Sleepvraag

Lange kringloop
  • Water verdampt uit zee
  • Neerslag valt op land
Sneeuw wordt vastgehouden door gletsjers
Regen infiltreert in de bodem-> grondwater

Afstroming: 
water stroomt altijd naar het laagste punt--> zee
snelheid van afstroming is verschillend; hangt nauw samen met grondsoort en of reliëf

Slide 10 - Tekstslide

Stroomgebied
  • Stroomgebied = Gebied waarbinnen al het regen- en smeltwater via één hoofdrivier naar zee stroomt.
  • Nederland ligt in stroomgebied van 4 rivieren.
  • Stroomgebieden worden van elkaar gescheiden door een waterscheiding.



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Het grootste deel van het water op aarde bestaat uit ....
A
Zoet water
B
Zout water

Slide 13 - Quizvraag

De hoeveelheid water op aarde verandert
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Verreweg het meeste zoete water op aarde is bevroren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel procent van al het water op de aarde is drinkbaar?
A
1 %
B
5 %
C
10 %
D
20 %

Slide 16 - Quizvraag

Het zoute water op aarde zit in de ....
A
meren en rivieren
B
gletsjes en ijskappen
C
zeeën en oceanen
D
In de lucht

Slide 17 - Quizvraag

Grondwater hoort bij...
A
Lange kringloop
B
Korte kringloop
C
Beide kringlopen
D
Hoort niet bij de kringloop

Slide 18 - Quizvraag

Waar begint de waterkringloop
A
In de zee
B
In de bergen
C
Nergens, het is een kringloop
D
In de wolken

Slide 19 - Quizvraag

Welke kleur heeft
het stroomgebied
van de Maas?
A
Geel
B
Blauw
C
Groen
D
Paars

Slide 20 - Quizvraag

De waterkringloop begint met.......
A
condenseren
B
verdampen
C
infiltratie
D
erosie

Slide 21 - Quizvraag