Wiskunde: Antwoorden les 3

Les 3
NAKIJKEN
Je bent klaar met het maken van de opdrachten van Les 1. Top!

Ik heb jullie werk nagekeken en nu is het belangrijk dat jullie dit zelf ook goed gaan doen.

Kijk jouw antwoorden goed na. 
Heb je een fout die je niet begrijpten, neem dan contact op met mevr. Thijs
 

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 3
NAKIJKEN
Je bent klaar met het maken van de opdrachten van Les 1. Top!

Ik heb jullie werk nagekeken en nu is het belangrijk dat jullie dit zelf ook goed gaan doen.

Kijk jouw antwoorden goed na. 
Heb je een fout die je niet begrijpten, neem dan contact op met mevr. Thijs
 

Slide 1 - Tekstslide

Testje
ANTWOORDEN

Let er ook op dat je de berekening goed hebt opegeschreven.

Slide 2 - Tekstslide

Les 3
NAKIJKEN
Je bent klaar met het maken van de opdrachten van Les 1. Top!

Ik heb jullie werk nagekeken en nu is het belangrijk dat jullie dit zelf ook goed gaan doen.

Kijk jouw antwoorden goed na. 
Heb je een fout die je niet begrijpten, neem dan contact op met mevr. Thijs
 

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1
Samantha heeft een vakantiebaan bij een tuinder. Ze verdient € 4,50 per uur.
 Samantha krijgt ook € 10, - vakantiegeld. Ze berekent haar loon met de pijlenketting.

Hoeveel verdient ze als ze 5 uren werkt?


Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2
Jannie heeft een abonnement van € 60,- voor het zwembad. Een toegangskaartje kost Jannie dan nog maar € 2,-.
Met de formule 
  60 + aantal keer zwemmen x 2 = kosten
rekent zij uit hoeveel de totale kosten zijn.

 Hoeveel moet Jannie betalen als ze 7 keer gaat zwemmen?  

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 3
Maak bij de formule een pijlenketting.

aantal flessen x 0,17 + 2,50 = statiegeld

Geef antwoord met een foto.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 4
Hoe maak je een pijlenketting bij een formule?
Maak de zin af:
  Zet de woorden uit de formule ...................................
  Zet boven de pijlen ...........................................

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 5
Maak bij de formule een pijlenketting.
35 + 4 x aantal uren = bedrag



Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 6
Maak een pijlenketting bij de formules. 
Welke formules zijn gelijk?
1. 8 + 4 x hoogte = bedrag
2. hoogte x 4 + 8 = bedrag
3. hoogte x 8 + 4 = bedrag
4. 4 + 8 x hoogte = bedrag    

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 7

Welke formules uit opdracht 6 zijn gelijk?

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 8
Maak de omgekeerde pijlenketting bij de pijlenkettingen. 

Slide 11 - Tekstslide

Ronde 7 antwoorden

Kijk de opdrachten van ronde 7 goed na.

Controleer ook of je de berekeningen goed hebt opgeschreven. 



Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 9
Bereken met de omgekeerde pijlenketting uit de vorige opdracht hoeveel foto’s Jolien heeft laten afdrukken als zij
€ 7,50 moet betalen.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 10
Bereken met de omgekeerde pijlenketting uit de vorige opdracht hoeveel foto’s Jolien heeft laten afdrukken als zij
€ 7,50 moet betalen.


Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 11
Bereken met de omgekeerde pijlenketting uit de vorige opdracht hoeveel dagen rukken als zij
€ 93,- moet betalen.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 12
Bereken met de omgekeerde pijlenketting uit de vorige opdracht hoeveel dagen je een fiets kunt huren als je 
€ 93,- moet betalen.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 13
Josje heeft een spaarplan. Ze heeft als doel om € 275,- sparen. Ze gebruikt daarvoor de formule
 175 + 5 x aantal weken = bedrag

 Maak een pijlenketting en een omgekeerde pijlenketting.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 14
Bereken hoeveel weken Josje moet sparen om haar doel om € 275,- te sparen te bereiken.


Slide 18 - Tekstslide

LET OP!
App mevr. Thijs als je les 3 hebt nagekeken.

Laat haar weten of je alles begrijpt of dat je nog vragen hebt.

Slide 19 - Tekstslide