week 3 les 2 b1f

  • aimer/adorer/préférer/ détester
  • de ontkening
  • Les devoirs
  • parler
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik de ontkenning toepassen in het Frans
  • heb ik geoefend met de grammatica die ik moeilijk vind
  • kan ik de weg uitleggen in het Frans (plusgroep)
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  • aimer/adorer/préférer/ détester
  • de ontkening
  • Les devoirs
  • parler
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik de ontkenning toepassen in het Frans
  • heb ik geoefend met de grammatica die ik moeilijk vind
  • kan ik de weg uitleggen in het Frans (plusgroep)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gevoelens uiten in het Frans

ik heb een hekel aan  = je déteste (détester)
Ik ben dol op                 = j'adore (adorer)
Ik heb liever                   = je préfère (préférer) 
Ik hou van                       = j'aime (aimer)
Schrijf op in je schrift

Slide 2 - Tekstslide

Introductie grammatica
Stukje aantekening, leerlingen nemen het over
We gaan naar een korte video kijken
Hoe zeg je in het Frans dat je ergens van houdt of juist vreselijk vindt?
Is de zinsconstructie hetzelfde in het Frans?

Plusopdracht - hoe maak je de ontkenning. 

Ik houd van kaas - ik houd niet van kaas

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Je préfère musique
Vrai
Faux

Slide 5 - Poll

Testen of het stukje grammatica is overgekomen
Aantekening!!!!!
  1. Na  adorer, aimer, détester en préférer  le, la, l' of les
  2. In het Nederlands gebruik je hier géén lidwoord!
  3. Voorbeeld: 
    Mijn ouders zijn dol op tennis -> Mes parents adorent le tennis

Slide 6 - Tekstslide

Stukje theorie
Aantekening laten maken
Le - La - L' - Les
  1. Tu aimes beaucoup ........ chiens?
  2. Claire déteste  ..............  histoire.
  3. On préfère ......... maths.
  4. J'adore ....... chocolat.

Slide 7 - Tekstslide

Oefening
préférer
Je préfère
Tu préfères
Il/elle/on préfère
nous préférons
vous préférez
ils/elles préfèrent
Mon sport préférée

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aimer, adorer, préférer, détester +
le la, l'

Maak zinnen ermee
Klaar? probeer met ontkenning


timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gevoelens uiten in het Frans

Ik heb een hekel aan  =  
Ik ben dol op                 = 
Ik heb liever                   = 
Ik hou van                       = 

Slide 10 - Tekstslide

Introductie grammatica
Stukje aantekening, leerlingen nemen het over
Wat is 2e en 3e in het Frans?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Premier - dernier
Deuxième
Troisième
Quatrième
Cinquième
etc.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je?
Het is dichtbij
Het is veraf

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

C'est tout près
C'est loin

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkwoorden
aller - prendre               tu vas - tu prends

                                              je gaat - je neemt

Tu vas tout droit
Tu prends la deuxième rue à gauche

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercice 9
Tout droit - rechtdoor
à gauche - naar links
à droite - naar rechts

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercice 10
1. dichtbij
2. ok
3. succes
4. jij neemt
5. de bakker
6. tweede
7. verhuizen
8. wit

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

La négation

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op klinkerbotsing!!


j'ai seize ans
je n'ai pas seize ans

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

c'est in de ontkenning wordt:
A
c'est ne pas
B
c' n'est pas
C
ne c'est pas
D
ce n'est pas

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:10
ce
n'
est
pas

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin ontkennend:
Vous êtes en France
timer
0:10
A
Vous ne êtes pas en France
B
Vous êtes en ne France pas
C
Vous n'êtes pas en France
D
Vous n'êtes en France pas

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tu aimes le foot?
timer
0:10
A
Non, j'aime pas le foot
B
Non, je n'aime pas de foot
C
Non, je ne aime pas le foot
D
Non, je n'aime pas le foot

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vous donnez un livre?
timer
0:10
A
Non, je ne donne pas de livre
B
Non, je donne n'un livre pas
C
Non, je ne donne pas un livre

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nooit

Niets

Nog niet

Niet meer

Niet/geen
ne...pas
Ne...jamais
Ne....plus
Ne...pas encore
Ne....rien

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin ontkennend:
Elle travaille bien. (niet)
ne .... pas

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Au travail - les devoirs
Maken exercice 16d blz 126
woensdag 1 febr: apprendre 4 en 6

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les devoirs


vrijdag 27 jan: apprendre 4 
woensdag 1 febr: apprendre 4 en 6
vrijdag 3 febr: apprendre 5, 6, 7
woensdag 8 febr : apprendre 8 en 10
vrijdag 10 febr: apprendre 9
woensdag 15 febr - alle apprendres
Vrijdag 17 februari - luistertoets





Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg de weg uit naar een lokatie
- neem een bestemming in gedachte
- teken het op een kaartje
- leg uit hoe de ander moet lopen

Tip: gebruik woorden/zinnen apprendre 4 en apprendre 7

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies