Erfelijkheid en evolutie. Paragraaf 5 fossielen.

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

 Biologie Mavo 2 

Welkom

Agenda dinsdag 16 maart

• Beging paragraaf 5.5 Fossielen
• Maken opdracht  Fossielen in een tijdlijn
• Herhalen  begrippen aan de hand van kwartet spel

Leerdoelen:

Aan het einde van de les;

1. Kun je benoemen wat een fossiel is
2. Kun je uitleggen hoe fossielen ontstaan zijn
3. Kun je benoemen wat reconstructie is

Fossielen

       Wat zijn fossielen

Fossielen zijn versteende overblijfselen 

van organismen of afdrukken van organismen in gesteente.

Door de fossielen die gevonden zijn, blijkt dat in miljoenen 

jaren (evolutie) soorten zijn ontstaan, veranderd en/of verdwenen zijn.

De harde delen zitten in diepe oude aardlagen. De zachte delen vergaan vaak te snel om te kunnen fossiliseren.

Wat zijn fossielen?

- Versteende overblijfselen van   organismen.

- Fossielen ondersteunen de evolutietheorie omdat het overblijfselen zijn van de harde delen van een organisme.

Opdracht

Van je docent krijgen jullie een aantal fossielen te zien.

Probeer met behulp van het intypen van de term 'fossiel' of 'fossielen' in een zoekmachine te zoeken bij afbeeldingen om de namen van de fossielen te achterhalen.

Zoek daarna uit in welke tijdsperiode het oorspronkelijke dier van elk fossiel leefde met behulp van een zoekmachine.

Zet de naam van de fossiel op de juiste plaats in de tijdlijn.

1. ammoniet

2. varen

3. Trilobiet

4. schelp

5. Dino

Waarom zijn fossielen belangrijk?

Uit gefossiliseerd delen probeert met een voorstelling te maken van hoe het organisme er heeft uitgezien en kunnen we bepalen in welk tijdperk  dit organisme heeft geleefd                       - -> reconstructie

Het kwartet spel

Jullie gaan in vier tallen het kwartet spel spelen

Doel van het spel:

• Je kunt benoemen welke soort fossiel voorkwam in welke periode.
• Je hebt een beeld van hoe het dier eruit zag, doormiddel van reconstructie.
• Oefenen met de begrippen

Fossielen spelen een rol als argument voor de evolutietheorie
Wat is NIET waar?

1. hierdoor kan men zien dat soorten zijn verdwenen
2. hierdoor kan men zien dat soorten zijn ontstaan
3. hierdoor kan men zien dat soorten zijn veranderd
4. hierdoor kan men zien hoe soorten er in de toekomst uit gaan zien

Fossielen
Wat is NIET waar?

1. Versteende overblijfselen van organismen
2. Afdrukken van organismen in gesteenten
3. Er bestaan levende fossielen
4. Fossielen zijn levende fossielen van heel vroeger

Leerdoelen behaald?

Huiswerk:

Dinsdag 23 maart: 

Maken opdracht 1 t/m 6 van 

paragraaf 5.5 Fossielen.