Ik kan de belangrijkste verschillen tussen een koop- en huurwoning uitleggen aan de hand van voor- en nadelen.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
9. Huisje tuintje boompje
Ik kan de belangrijkste verschillen tussen een koop- en huurwoning uitleggen aan de hand van voor- en nadelen.
Slide 1 - Tekstslide
Waar woon jij?
Ik woon in een huurhuis.
Ik woon in een koopwoning
Ik weet het niet.
Slide 2 - Poll
Inleiding
Woningbezit in Nederland
57% woont in koopwoning
43 % woont in huurwoning
Slide 3 - Tekstslide
Waarom zou je huren?
Slide 4 - Woordweb
Waarom zou je kopen?
Slide 5 - Woordweb
HUREN DE HUUROVEREENKOMST
De huurovereenkomst tussen huurder en verhuurder.
Koop breekt geen huur!
Slide 6 - Tekstslide
Als je voor korte tijd een woning nodig hebt kun je beter huren.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
HUREN VOORDELEN
Je kan onmiddellijk verhuizen na het betalen van de opzegtermijn.
Je komt misschien in aanmerking voor huurtoesloeg.
Je bent niet (altijd) verantwoordelijk voor groot onderhoud.
Slide 8 - Tekstslide
HUREN NADELEN
De huur wordt vaak elk jaar verhoogd.
Je bouwt geen bezit op.
Je kan niet verbouwen zonder toestemming.
Slide 9 - Tekstslide
HUURDER
VERHUURDER
De CV-ketel moet worden vervangen.
De keukenkraan lekt.
Het douchegordijn is beschimmeld.
Een raamkozijn moet hersteld worden.
De muren moeten geschilderd worden.
Het dak moet worden geïsoleerd.
Slide 10 - Sleepvraag
KOPEN
DE KOOPOVEREENKOMST
Je doet eventueel beroep op een makelaar: - Heeft ervaring in het kopen van een huis. - Kan een correcte prijs inschatten. - Kan sneller tekortkomingen zien.
Je tekent het voorlopig koopcontract. - Zorg altijd voor een ontbindende voorwaarde ivm hypotheeklening.
Je ondertekent de transportakte bij de notaris.
Slide 11 - Tekstslide
Wat kan een ontbindende voorwaarde in een koopcontract zijn?
A
De notaris geeft geen toestemming
B
De verkoper bedenkt zich na 2 weken
C
Een nieuwe koper biedt meer
D
De koper krijgt de financiering niet rond
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Wat is niet verplicht bij de verkoop van een huis?
A
Notaris
B
Makelaar
Slide 14 - Quizvraag
Eerst...
dan...
vervolgens...
daarna...
Tot slot...
Je bent eigenaar van je nieuwe huis!
Je regelt je hypotheek.
Het voorlopig koopcontract met ontbindende voorwaarde teken je.
Bij de notaris teken je de transportakte.
Je bezichtigt samen met een makelaar de woning.
Slide 15 - Sleepvraag
KOPEN HYPOTHEEKLENING
Lening waarbij je huis als onderpand dient.
Je betaalt de lening terug in termijnen (aflossing + rente)
Meestal lineaire of annuïteiten hypotheek
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Annuïteitenhypotheek
Lineaire hypotheek
Slide 18 - Tekstslide
KOPEN NADELEN
Je kan niet zo maar verhuizen.
Je bent zelf verantwoordelijk voor groot onderhoud.
De woning kan in waarde dalen, waardoor je geld kan verliezen door ze te verkopen.
Slide 19 - Tekstslide
KOPEN VOORDELEN
Je bent eigenaar van de woning.
Je mag met de woning doen wat je wil.
De woning kan in waarde stijgen, waardoor je geld kan verdienen door ze te verkopen.
Slide 20 - Tekstslide
HUREN
KOPEN
Groot en klein onderhoud moet je zelf betalen.
Elk jaar kunnen je woonlasten stijgen.
Je bouwt geen bezit op.
Je kan niet zo maar verhuizen.
Je hebt toestemming nodig voor verbouwing.
Je woning kan minder waard worden.
Slide 21 - Sleepvraag
HUREN
KOPEN
Je bent eigenaar van de woning.
Je hebt misschien recht op huurtoeslag.
Je kan gemakkelijk verhuizen.
Je mag altijd de woning verbouwen.
Groot onderhoud is niet voor jouw rekening.
Je woning kan meer waard worden.
Slide 22 - Sleepvraag
Wat zou jij doen en waarom?
Slide 23 - Woordweb
9. Huisje tuintje boompje
Ik kan de belangrijkste verschillen tussen een koop- en huurwoning uitleggen aan de hand van voor- en nadelen.