Vochtbalans

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 2 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vochtbalans
Verschil tussen hoeveelheid vocht die iemand opneemt en uitscheidt binnen 24 uur.
Opname is gemakkelijk te meten. Uitscheiding is lastiger. Waarom?

Vochtbalans = inkomend vocht - uitkomend vocht



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit
  • Urine: ongeveer 1.400 milliliter ​
  • Ontlasting: ongeveer 100 milliliter​
  • Uitademing: ongeveer 500 milliliter​
  • Zweten: ongeveer 500 milliliter



In
  • Drinken 1,5 tot 2 liter.
  • Eten ongeveer 900 ml.
  • Oxidatiewater: er komt ongeveer 350 milliliter vocht vrij in het lichaam als eiwit, vetten en koolhydraten uit eten worden omgezet in energie. 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normale UP
De hoeveelheden kunnen sterk variëren. ​

Dagelijks minimaal 500 milliliter aan urine produceren om afvalstoffen te kunnen afvoeren. ​
Ouderen 700 milliliter, omdat de nierfunctie afneemt. ​

In een gezonde blaas kan ongeveer een halve liter urine (400-600 ml). Bij een vochtintake van 2 liter vocht p/d) zal iemand ongeveer 6 tot 8 keer per dag plassen (per keer gemiddeld 300-500 ml).


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een vochtbalans bijhouden is een hulpmiddel bij het controleren of een zorgvrager niet uitdroogt
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee symptomen van uitdroging
A
veel urineproductie
B
hoofdpijn
C
afgenomen elasticiteit vd huid
D
geen dorst

Slide 17 - Quizvraag

Bij uitdroging is het van belang de vochtbalans aan te vullen > dit komt volgende week
Een slechte huidturgor duidt op een positieve vochtbalans
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Braken is een reden voor het starten van een vochtbalans?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meest belangrijkste verpleegkundig aandachtspunt bij hartfalen?
A
Vochtbalans
B
Lage bloeddruk
C
Stress
D
Cholesterol

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreek je van een negatief vochtbalans?
A
Meer vocht in dan uit.
B
Meer vocht uit dan in.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent dehydratie?
A
uitdroging
B
ondervoeding
C
bloedvergiftiging
D
zuurstofgebrek

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




Zijn er nog vragen??







Zijn er nog vragen??

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Noteer 24 uur lang wat jij aan vocht hebt binnen gekregen. 
Wees zo zorgvuldig en volledig mogelijk.
Geef aan of jij denkt dat jouw vochtbalans 'normaal' is en licht dit toe. 
Zet bovenstaande in jouw portfolio. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies