Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
9.2 Goed geregeld - 2 tot 3 lessen
9.2 Goed geregeld
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
9.2 Goed geregeld
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Leerdoelen
Wat weten jullie nog?
Uitleg over 9.2 deel 1
Opdrachten maken
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kan uitleggen waarom je lichaam van binnen zo constant mogelijk wil blijven en hoe je lichaam dit doet door middel van regelkringen (4 stappen).
Je kunt een uitgewerkt voorbeeld geven van een regelkring, bijvoorbeeld van de regeling van je ademhaling.
Je kunt uitleggen hoe je lichaam de hoeveelheid glucose in je bloed regelt.
Slide 3 - Tekstslide
Welke stof zit er meer in je bloed nadat je je inspant?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Glucose
Slide 4 - Quizvraag
Weet je nog hoe de ademhaling werkte? Vul de woorden op de juiste plek in.
ademcentrum
CO2-zintuigcellen
in het bloed
ademhalingsspieren
Slide 5 - Sleepvraag
Zorg dat je lichaam afvalstoffen kwijtraakt
Maakt voedsel zo klein dat de voedingsstoffen in het bloed kunnen worden opgenomen
Laat alle organen werken en samenwerken
Neemt zuurstof op en geeft koolstofdioxide af
Vervoert voedingsstoffen, zuurstof en andere stoffen
Verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Uitscheidingsstelsel
Zenuwstelsel
Ademhalingsstelsel
Slide 6 - Sleepvraag
Hoe heet een boodschapperstof die afgegeven wordt door de hypofyse en die kan binden aan een receptor? Geef de algemene naam, in enkelvoud.
Slide 7 - Open vraag
Wat gebeurt er in je lichaam?
Je lichaam meet voortdurend
hoeveel stoffen er in je bloed zitten.
Regelkring:
Zintuigen
meten een bepaalde omstandigheid.
Hersenen vergelijken die waarde met de
norm
.
Wijkt het af van de norm? Dan sturen je hersenen via je zenuwstelsel een boodschap naar bepaalde organen.
Die organen regelen dat de waarde weer op de
norm
komt.
Slide 8 - Tekstslide
Kun je dit bijvoorbeeld invullen bij lichaamstemperatuur?
En bij ademhaling?
Slide 9 - Tekstslide
Lichaamsprocessen
Uitscheiding
= verwijdering van stoffen waarvan er teveel in het bloed zitten.
Uitscheidingsorganen
: longen, lever, nieren en huid.
Slide 10 - Tekstslide
Voor welk proces heeft je lichaam ook alweer glucose nodig?
Slide 11 - Open vraag
Wanneer is de gehalte glucose in je bloed het hoogst?
A
Voordat je gegeten hebt
B
Nadat je gegeten hebt
Slide 12 - Quizvraag
Glucose in je lichaam
Glucose
= brandstof voor je lichaam.
De hoeveelheid glucose in je bloed
wordt geregeld met twee hormonen:
insuline
glucagon
Deze hormonen worden gemaakt in de
alvleesklier
in de
eilandjes van Langerhans
(groepjes cellen)
.
Slide 13 - Tekstslide
Hormonen alvleesklier
Insuline
: regelt dat cellen glucose opnemen vanuit je bloed, zodat het wordt opgeslagen in je lever en spieren als
glycogeen
.
glycogeen
= lange keten van glucose.
Glucagon
: regelt dat glycogeen omgezet wordt tot glucose. Vanuit de lever gaat het dan het bloed in, in de spieren wordt het direct gebruikt.
Bloedsuikerspiegel
= hoeveelheid glucose in het bloed.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Start
Slide 16 - Tekstslide
Start
Slide 17 - Tekstslide
Vul de woorden op de juiste plek in.
glycogeen
daalt
stijgt
glucose
insuline
glucagon
daalt
stijgt
Slide 18 - Sleepvraag
Opdrachten
Basis: 2, 3, 5 t/m 8 en 10
Verdieping: 11
Extra oefening: 4 en 9
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Planning
Filmpje
Wat weet je nog?
Uitleg over
9.2 deel 2
Opdrachten maken
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Welk orgaan maakt insuline en glucagon aan?
A
Lever
B
Nieren
C
Alvleesklier
D
Spieren
Slide 23 - Quizvraag
Wat voor soort stoffen zijn glucagon en insuline?
A
Enzymen
B
Afvalstoffen
C
Voedingsstoffen
D
Hormonen
Slide 24 - Quizvraag
Vul de woorden op de juiste plek in.
glycogeen
daalt
stijgt
glucose
insuline
glucagon
daalt
stijgt
Slide 25 - Sleepvraag
Slide 26 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen welke regeling verstoord is bij suikerziekte.
Je kunt het verschil uitleggen tussen diabetes type 1 en 2.
Je kunt de vier soorten processen van je lever beschrijven.
Slide 27 - Tekstslide
Diabetes/suikerziekte
Bij
suikerziekte
werkt de regeling van glucose niet goed, doordat de insulinewerking niet goed is.
Cellen nemen niet genoeg glucose op uit het bloed. Hierdoor worden mensen moe.
Spieren en lever slaan weinig glucose op -> bloedsuiker te hoog.
Nieren halen glucose uit bloed en dan wordt het uitgeplast.
Slide 28 - Tekstslide
Diabetes/suikerziekte
Twee soorten diabetes:
type 1
: alvleeskliercellen zijn beschadigd, er wordt te weinig insuline gemaakt.
type 2
: lichaamscellen zijn ongevoelig voor insuline, werkt niet meer (vaak bij overgewicht).
Insulinegehalte dan ook vaak te hoog!
Slide 29 - Tekstslide
Diabetes/suikerziekte
Slide 30 - Tekstslide
Lever
Lever
heeft belangrijke rol in constant houden van je lichaam: zorgt voor opbouw, omzetting, afbraak, opslag en afvoer van stoffen.
Aanvoer
via twee (!) bloedvaten:
leverslagader
: vervoert bloed met zuurstof.
poortader
: bloed met stoffen uit darmen.
Wat voor stoffen zijn dat?
Slide 31 - Tekstslide
Kennen we ook uit Paragraaf 8.5
Het hoe en waarom van de leverslagader, de poortader en de leverader en het transport van afvalstoffen via de nierslagader naar de nieren;
Slide 32 - Tekstslide
Lever
Lever controleert samenstelling van aangevoerde bloed, en maakt stoffen of breekt ze af.
Bloed met afvalstof wordt afgevoerd via
leverader
.
PS: Levert zet glucose om in glycogeen, maar verbruikt/verbrand zelf ook glucose (verbranding).
Vier processen
:
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Opdrachten
Basis: 13 t/m 17 (lever), 20 t/m 24 (nieren)
Verdieping: 18
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Leerdoelen - welke weet je nog sinds vorige les
Je kunt beschrijven op welke manier de
uitscheidingsorganen
(lever, nieren) afvalstoffen uit het bloed verwijderen.
Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt de delen van een nefron noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt beschrijven hoe je nieren afvalstoffen uit het bloed filteren.
Slide 37 - Tekstslide
Nieren
Via welk bloedvat worden die afvalstoffen aangevoerd?
Nieren
filteren afvalstoffen uit het bloed.
Slide 38 - Tekstslide
Nier bestaat uit
nefronen.
Nefronen bestaan uit kluwen
haarvaten
.
Haarvaten werken als
filter
.
Filtratie
= bloedplasma wordt door wand van haarvaten geduwd door hoge bloeddruk.
eerst veel voorurine in vol nierkanaaltje
nierkanaaltje
steeds minder
vol, met urine
Slide 39 - Tekstslide
Uitgeperste bloedplasma = water, zouten, glucose en afvalstoffen =
voorurine
.
Voorurine komt in
nierkanaaltje
, waar sommige stoffen nog terug kunnen:
resorptie
.
Resorptie
= opnemen van stoffen in bloed:
glucose
en
deel
van zouten.
+
99% van
water
gaat ook terug in
het bloed, door osmose / diffusie.
Slide 40 - Tekstslide
Gezuiverd bloed gaat terug via
nierader
.
Afvalstoffen + overtollig water =
urine
.
Dit gaat via een verzamelbuisje in niermerg naar het nierbekken. Dan stroomt het via de
urineleider
naar de
blaas
.
Via urinebuis gaat urine je lichaam uit (ong. 1.5 L per dag).
Slide 41 - Tekstslide
Opdrachten
Basis: 20 t/m 24 (nieren)
Slide 42 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
13.4 dl2 + 13.5 In evenwicht
Mei 2023
- Les met
23 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
12.4 Regeling glucoseconcentratie
Juni 2022
- Les met
18 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
9.2 Goed geregeld
Februari 2024
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
13.4 Regeling glucoseconcentratie kl/ll
Januari 2024
- Les met
18 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
9.2 Goed geregeld
November 2022
- Les met
38 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
9.2 Goed geregeld
September 2022
- Les met
35 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Hoofdstuk 9. Gezondheid - Paragraaf 9.2 Goed geregeld
September 2022
- Les met
22 slides
Biologie / Verzorging
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
9.2 Goed geregeld
November 2022
- Les met
45 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3