Tekststructuren H2 - week 35

Nederlands - H3
 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - H3
 

Slide 1 - Tekstslide




Ga naar Aerobe DLO:
Leesadviezen.nl
Jeugdbibliotheek.nl

  • Zoek 3 titels die je aanspreken en noteer deze in je schrift.
  • Kijk in de catalogus van de mediatheek of bibliotheek of deze boeken aanwezig zijn. 
  • Zorg ervoor dat je volgende week een van deze boeken bij je hebt in de les


timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
-  je hebt 3 boeken uitgezocht die je zou willen gaan lezen
- je kan een tekst indelen in een inleiding, middenstuk en slot
-  je kan in eigen woorden formuleren wat vaste tekststructuren zijn.
- je kan de meest voorkomende vaste tekststructuren herkennen in een tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten jullie nog over tekststructuur?
  • Inleiding
  • Midden
  • Slot

  • om ervoor te zorgen dat de lezer niet 'verdwaalt' in de tekst.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

7 vaste tekststructuren 
(met een naam)
1. verleden/heden/toekomststructuur
2. probleem/oplossingsstructuur
3. verklaringsstructuur
4. aspectenstructuur
5. argumentatiestructuur
6. voor-en nadelenstructuur
7. vraag-antwoordstructuur

Slide 6 - Tekstslide

Tekst met een verklaringsstructuur
  • Inleiding: introductie van een bepaald verschijnsel
  • Midden: kenmerken / voorbeelden / verklaringen / oorzaken
  • Slot: samenvatting / conclusie

Voorbeeld: een artikel met de titel "Waarom je van uien eten scheten moet laten"

Slide 7 - Tekstslide

Tekst met een verleden-heden-(toekomst)structuur
  • Inleiding: introductie onderwerp
  • Midden: situatie vroeger, situatie nu
  • Slot: conclusie of voorspelling over de situatie in de toekomst.
Voorbeeld: een artikel met de titel "Hoe ging men in het verleden om met energie en kunnen we daar iets van leren?"

Slide 8 - Tekstslide

Tekst met een probleem-oplossingsstructuur
  • Inleiding: probleem
  • Middenstuk: gevolgen / oorzaken / oplossingen
  • Slot: de beste oplossing /  aanbeveling

Voorbeeld:  een artikel met de titel "Wat kunnen we doen om pesten op school te voorkomen?"

Slide 9 - Tekstslide

even oefenen...

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Welke tekststructuur heb je herkend?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verklaringsstructuur
C
verleden-heden(-toekomst)structuur

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Welke tekststructuur heb je herkend?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verklaringsstructuur
C
verleden-heden(-toekomst)structuur

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Welke tekststructuur heb je herkend?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verklaringsstructuur
C
verleden-heden(-toekomst)structuur

Slide 16 - Quizvraag

Welke tekststructuur eindigt met de beste oplossing?
A
Vraag-antwoordstructuur
B
Probleem-oplossingsstructuur
C
Argumentatiestructuur
D
Verklaringsstructuur

Slide 17 - Quizvraag

vaste tekststructuren
inleiding - middenstuk - slot


Slide 18 - Tekstslide

Tekst met een aspectenstructuur
inleiding
onderwerp
middenstuk
diverse aspecten van het onderwerp
slot
samenvatting

--> voorbeeld: een tekst over balsporten 

Slide 19 - Tekstslide

Tekst met een argumentatiestructuur
inleiding
stelling, standpunt (eventueel als vraag)
middenstuk
argumenten voor de stelling of het standpunt
tegenargumenten (+ weerlegging)
slot
herhaling stelling (of beantwoording van de vraag)
-->  voorbeeld: een tekst over het al dan niet afschaffen van  Zwarte Piet​

Slide 20 - Tekstslide

Tekst met een voor- en nadelenstructuur
inleiding
vraag of stelling
middenstuk
voor- en nadelen
slot
afweging of conclusie

--> voorbeeld: een tekst over de voor- en nadelen van vaccineren

Slide 21 - Tekstslide

Tekst met een vraag-antwoordstructuur
inleiding
vraag 
middenstuk
antwoorden
slot
samenvatting of conclusie
--> voorbeeld: een tekst over hoe je ervoor kan zorgen dat je goeie cijfers haalt op school

Slide 22 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur
Aspectenstructuur
Vraag-antwoordstructuur
Voor- en nadelenstructuur 

Slide 23 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur
Aspectenstructuur
Vraag-antwoordstructuur
Voor- en nadelenstructuur 

Slide 24 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur
Aspectenstructuur
Vraag-antwoordstructuur
Voor- en nadelenstructuur 

Slide 25 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur
Aspectenstructuur
Vraag-antwoordstructuur
Voor- en nadelenstructuur 

Slide 26 - Tekstslide

Opdrachten

Slide 27 - Tekstslide