Par 5.1 deel 2

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Par 5.1 deel 2

Agenda les

• uitleg deel 2 par 5.1
• opdrachten maken en bespreken
• Zelf aan de slag
• Huiswerk

BEA= break even afzet

BEO= break even omzet

• afzet of omzet waar er geen winst of verlies gemaakt wordt;
• Dus TO=TK
• zie uitleg stappenplan volgende dia

p	= verkoopprijs excl BTW
q	=afzet = aantal stuks wat je verkoopt
TO	= totale omzet= pxq
TVK	totale variabele kosten
TCK	totale constante kosten
TK	=TCK +TVK

Formules 

Stappenplan BEA en BEO berekenen

Stap 1:	Stel de vergelijking van TO op
Stap 2:	Stel de vergelijking van TK op
Stap 3:	Bereken q= BEA door TO=TK te berekenen
Stap 4:	Bereken de BEO= q x p

Stel verkooprijs is € 10

De variabele kosten per product € 3

De vaste kosten zijn € 70.000 per jaar

Stap 1:	TO= 10q
Stap 2:	TK=3q+70.000
Stap 3:	TO=TK > 10q=3q+ 70.000 > 7q= 70.000 > q=10.000 > BEA= 10.000 stuks
Stap 4:	BEO= pxq= 10 x 10.000 = € 100.000

Conclusie: bij een omzet van € 100.000,- is de winst 0

Controle: TK= 3 x 10.000 + 70.000= €100.000

BEO berekenen

Break-even afzet en omzet

• TO = TK
•  aflezen break-even afzet uit grafiek
• Bereken break-even omzet door
  afzet in te vullen in TO (pxq)
  Wat is de BEO?

Methode 1 break-even afzet boek

Break-even omzet= P x BEA= 10 x 10.000= 100.000,-

Methode 2 BEA boek

Opdracht 5.11

• Maak opdracht 5.11 blz 148 boek
• Hoe: zelfstandig
• Klaar: maak opdracht 5.12

Opdracht 5.11

Stap 1:	TO= 250q
Stap 2:	TK=175q+60.000
Stap 3:	TO=TK > 250q=175q+ 60.000 > 250q-175q= 60.000 > 75q=60.000 > BEA= 800 stuks
Stap 4:	BEO= pxq= 250 x 800 = € 200.000

2e manier: dekkingsbijdrage= P-variabele kosten per product = 250-175=75 en 60.000:75= 800 stuks

vaste kosten 

BEO berekenen

Opdracht 12 par 5.1

Stap 1:	TO= 150q
Stap 2:	TK=100q+50.000
Stap 3:	TO=TK > 150q=100q+ 50.000 > 150q-100q= 50.000 > 50q=50.000 > BEA= 1.000 stuks
Stap 4:	BEO= pxq= 150 x 1.000 = € 150.000

2e manier: dekkingsbijdrage= P-variabele kosten per product = 150-100=50 en 50.000:50= 1.000 stuks

vaste kosten 

Zelf aan de slag/huiswerk

• Lees paragraaf 5.1
• Ga verder met opgave 1 1 t/m 13 par 5.1
• Leer de begrippen van par 4.2 en 4.3 en 5.1
• Volgende les toets inzien en vragen stellen