2.4 Blessures

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 2.4 Blessures

Programma:

1. Terugblik: 2,3 Spieren.
2. Lesdoel.
3. Uitleg.
4. Aan de slag.
5. Evalueren.

Terugblik 2.3 Spieren.

Overleg met je buurman of buurvrouw:

• Waaruit bestaan spierbundels?
• Hoe kunnen spieren zich samentrekken wat  gebeurd er?

Hoofdstuk 2.4 Blessures

Lesdoel:

• Aan het einde van de les kunnen jullie aan elkaar uitleggen wat een blessure is en hoe je het kan voorkomen.
• Aan het einde van de les kunnen jullie aan elkaar uitleggen welke blessures je kunt hebben aan je botten, gewrichten en spieren.

Wat is een blessure?

Wat is een blessure?

Een beschadiging aan je botten, gewrichten of spieren heet een blessure.

Soorten blessures:

• Bot en gewrichtsblessures.
• Spierblessures.

Welke blessures ken je al?

1. Gewrichten 
2. Botten
3. Spieren

Gewricht- en Botblessures

1. Ontwrichting: gewrichtsknobbel - gewrichtskom.
2. Verstuiking/verzwikking: gewrichtskapsel of gewrichtsbanden rekken uit.
3. Botbreuk. 

Spierblessures

Een beschadiging aan je botten, gewrichten of spieren heet een blessure.

1. Spierpijn.

2. Spierkramp.   

3. Spierkneuzing.

4. Spierscheuring.

1. Spierpijn

• Door langdurige of overmatige belasting.
• Ophoping van afvalstoffen in je spieren.

2. Spierkramp

• Spierkramp = Een grote ophoping van afvalstoffen. 
• Hierdoor wordt de spier hard en/of trekt plotseling samen.

3. Spierkneuzing

• Kneuzing = Geknapte spiervezel of bloedvat. (dit laatste zie je als blauwe plek)

4. Spierscheuring.

• Spiervezels scheuren.

• Een plotselinge spierscheuring = een zweepslag

Hoe voorkom je blessures?

Hoe voorkom je blessures?

• Intapen - gewrichten.
• Warming -up - warm worden.
• Cooling-down - melkzuur.
• Bescherming - scheenbeschermers.

Hoofdstuk 2.4 Aan de slag!

• Werken in tweetallen (fluisteren).
• Gebruik je tekstboek!

• Maken: opdracht 1-10 in je werkboek!
• Klaar? Maak een mind-map over alle verschillende blessures!

Hoofdstuk 2.4 Blessures

Programma:

1. Terugblik: Spieren
2. Lesdoel
3. Uitleg 
4. Aan de slag
5. Evalueren

Hoofdstuk 2.4 Blessures

Terugblik:

• Aan het einde van de les kunnen jullie aan elkaar uitleggen wat een blessure is.
• Aan het einde van de les kunnen jullie aan elkaar uitleggen welke blessures je kunt hebben aan je botten en gewrichten.

Hoofdstuk 2.4 Blessures

Lesdoel:

• Aan het einde van de les kunnen jullie aan elkaar uitleggen welke blessures je kunt hebben aan je spieren.

Spierblessures

Een beschadiging aan je botten, gewrichten of spieren heet een blessure.

1. Spierpijn.

2. Spierkramp.   

3. Spierkneuzing.

4. Spierscheuring.

1. Spierpijn

• Door langdurige of overmatige belasting.
• Ophoping van afvalstoffen in je spieren.

2. Spierkramp

• Spierkramp = Een grote ophoping van afvalstoffen. Hierdoor wordt de spier hard en/of trekt plotseling samen

3. Spierkneuzing

• Kneuzing = Geknapte spiervezel of bloedvat. (dit laatste zie je als blauwe plek)

Spierscheuring 

Spiervezels scheuren.

Een plotselinge spierscheuring = een zweepslag

4. Spierscheuring

Hoe voorkom je blessures?

• Intapen - gewrichten
• Warming -up - warm worden
• Cooling-down - melkzuur
• Bescherming - scheenbeschermers

Hoofdstuk 2.4 Aan de slag!

1. Paragraaf 2.4 helemaal afmaken (fluisteren).
2. Bladzijde 77 t/m 81.
3. Klaar ? Mindmap maken of flitskaartjes van spierblessures.
4. Klaar? 2,5 maken.