tegenargumenten en weerleggingen H4 NN
Met een tegenargument ontkracht je een standpunt; met een weerlegging ontkracht je een argument.
Voorbeelden:
De kans is groot dat ze je na je overlijden als orgaandonor zullen gebruiken (standpunt); ze zitten immers te springen om donororganen (argument).
Slechts één op de vijfduizend overledenen wordt gebruikt als orgaandonor (tegenargument).
Ik wil niet meer naar Italië op vakantie (standpunt), want je kunt er in restaurants nauwelijks vegetarische gerechten krijgen (argument).
Wat een onzin: de Italiaanse keuken is juist beroemd om zijn groente- en kaasschotels (weerlegging).