Maandag 3 juni

Maandag 3 juni 2024
08.30 - 09.20 uur Inloop 
lezen
12.10 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur Rekenen
blok 5.3 les 12
rekenen met procenten

12.40 - 13.30 uur Engels
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30 - 14.20 uur 
disk
10.30 - 11.20 uur 
woordenschat geld en werk
11.20 - 12.10 uur 
kunst
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maandag 3 juni 2024
08.30 - 09.20 uur Inloop 
lezen
12.10 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur Rekenen
blok 5.3 les 12
rekenen met procenten

12.40 - 13.30 uur Engels
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30 - 14.20 uur 
disk
10.30 - 11.20 uur 
woordenschat geld en werk
11.20 - 12.10 uur 
kunst

Slide 1 - Tekstslide

rekenen

Slide 2 - Tekstslide

Blok 5.3, les 12 Rekenen met procenten
Aan het einde van de les, leer je:
  • de prijs berekenen bij een stijging met een aantal procenten

Slide 3 - Tekstslide

Zelf maken
Je maakt: blz. 128 t/m 131

  • Opdrachten 1, 4, 5, 6, 7, 8, 9
  • Laat je antwoorden checken;
  • Nog meer tijd over? Maak de blauwe opdrachten.

Slide 4 - Tekstslide

Pauze
timer
20:00

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat
Vandaag leer je vijf nieuwe woorden bij het thema GELD en WERK

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 6 - Tekstslide

afhangen van
  • bepaald worden door iets of iemand
  •  hing af van, heeft afgehangen van
  • scheidbaar werkwoord
  • Zin: Het hangt er vanaf hoe duur het is, of ik meega of niet.
  • Zin: Of hij zijn diploma behaalt, hangt af van zijn cijfers.

Slide 7 - Tekstslide

de boerderij
  • het gebouw waar een boer woont en werkt
  • meervoud: boerderijen; verkleinwoord: boerderijtje
  • op een boerderij leven verschillende dieren
  • Zin:  Op deze boerderij houden ze kippen en varkens.
  • Zin: Mijn opa en oma woonden vroeger al op een boerderij, zij waren boer en boerin.

Slide 8 - Tekstslide

het formulier
  • een lijst met vragen die je in moet vullen
  •  meervoud: formulieren
  • een formulier bestaat meestal uit open vragen
  • Zin: Als ik naar het ziekenhuis moet, moet ik eerst een formulier invullen.
  • Zin: Er ligt een stapel formulieren op mijn bureau, wie wil die even uitdelen?

Slide 9 - Tekstslide

plukken
  • bloemen of vruchten van bomen of planten trekken 
  • iemand plukt bloemen, vruchten
  • de veren verwijderen van een vogel
  • Zin: Hij heeft het fruit in zijn eigen tuin geplukt.
  • Zin: In Spanje kun je sinaasappels uit de boom plukken.
  • Zin: Ik heb gisteren bloemen uit de tuin geplukt.

Slide 10 - Tekstslide

de schuld
  • de verantwoordelijkheid voor iets wat fout is gegaan
  •  het geld dat je nog moet betalen
  • Zin: Iedereen geeft mij de schuld, maar ik heb het niet gedaan.
  • Zin: bijna iedereen die een huis bezit, heeft een grote schuld bij de bank.

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent :
afhangen
A
wordt niet bepaald door iemand
B
geafhangen
C
wordt wel bepaald door iets of iemand
D
is geen scheidbaar werkwoord

Slide 12 - Quizvraag

Waar wordt het woord:
plukken
goed gebruikt?
A
appels trek je uit de grond
B
fruit pluk je uit de boom
C
sla pluk je uit de boom.
D
veren uit een vogel plukken

Slide 13 - Quizvraag

Bij welke zin past het woord:
de schuld
A
ik moet je nog geld betalen
B
je hebt iets fout gedaan
C
ik heb niets fout gedaan
D
Oh nee, we hebben morgen weer school...

Slide 14 - Quizvraag

Voor wat heb jij wel eens een formulier in moeten vullen?

Slide 15 - Woordweb

Zoek een foto van een boerderij met dieren.

Slide 16 - Open vraag

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 17 - Tekstslide

Ik heb een ............... bij mijn ouders, zij hebben mij geld geleend.

Slide 18 - Open vraag

In de zomer .......... ik fruit, dat is mijn bijbaan.

Slide 19 - Open vraag

Het .............. van zijn cijfers .... , of hij overgaat naar een andere klas.

Slide 20 - Open vraag

Heb jij dat ................... al ingevuld?

Slide 21 - Open vraag

Op ..... .................. van mijn oom en tante, hebben ze koeien en geiten.

Slide 22 - Open vraag

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin met één of meer woorden: 
de boerderij, plukken, de schuld, het formulier  en afhangen van


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Pauze
timer
30:00

Slide 25 - Tekstslide

Engels
De docent vertelt wat we vandaag gaan doen.

Good luck!

Slide 26 - Tekstslide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Geld en werk.


Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 27 - Tekstslide