2021 2vm H5.3 Belasting op shoppen

H5.3 Belasting op shoppen
Leerdoelen:
  • Je weet wat btw is.
  • Je kunt uitleggen waarom de btw een indirecte belasting is.
  • Je weet wat de consumentenprijs is en hoe je deze berekent.


1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H5.3 Belasting op shoppen
Leerdoelen:
  • Je weet wat btw is.
  • Je kunt uitleggen waarom de btw een indirecte belasting is.
  • Je weet wat de consumentenprijs is en hoe je deze berekent.


Slide 1 - Tekstslide

Btw (1)

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

  • Je betaald de verkoopprijs en btw

Slide 4 - Tekstslide

BTW Belasting toegevoegde waarden
  • Belasting over de toegevoegde waarde
  • 0% / 9% / 21%
  • De verkoper berekent dit over de verkoopprijs (= de prijs die de verkoper wil hebben voor zijn product)
  • De verkoper betaald de btw aan de overheid (= indirecte belasting)

Slide 5 - Tekstslide

  • Jij betaald btw aan de verkoper
  • De verkoper betaald de btw aan de overheid
  • Indirecte belasting: je betaald via de winkelier / verkoper aan de overheid

Slide 6 - Tekstslide

Verkoopprijs versus consumentenprijs
  • Verkoopprijs
  • Het bedrag dat de winkel wil ontvangen
  • Btw
  • 9% of 21% van de verkoopprijs
  • Consumentenprijs
  • Het bedrag dat de consument betaald

Slide 7 - Tekstslide

Berekenen

Verkoopprijs
  • 100%
Btw
  • 9% 
Consumentenprijs
  • 109% 
  • 100%
  • 21% 
  • 121% 
  • Je koopt een tas met een verkoopprijs van € 45. Het btw tarief is 21%
  1. Bereken de btw
  2. Bereken de consumentenprijs

Slide 8 - Tekstslide

Wat is omzet?
A
Afzet x inkoopprijs
B
Inkoopprijs x verkoopprijs
C
Afzet x verkoopprijs
D
Afzet : verkoopprijs

Slide 9 - Quizvraag

Inkoopprijs + ..... = verkoopprijs
A
Nettowinst
B
Brutowinst
C
Omzet
D
BTW

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer betaal je Btw?
Als je iets koopt betaal je Btw

-Btw staat voor Belasting over de toegevoegde waarde
-Ander woord voor Btw is omzetbelasting.
-De Btw is in 2019 van 6% naar 9% gegaan. 

Slide 11 - Tekstslide

Verkoopprijs jas € 125 en btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs
( Verkooprijs + BTW )
  1. BTW berekenen:
    € 125 : 100 x 21% = € 26,25 
  2. of 21% :100 x 125 = 26,25 euro
  3. Consumentenprijs berekenen
    € 125 + € 26,25 = € 151,25

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent de afkorting BTW?
=leervraag
A
Belasting Totale Waarde
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Bruto Totale Waarde
D
Bruto Toegevoegde Waarde

Slide 13 - Quizvraag

is verkoopprijs inclusief btw of exclusief btw?
A
inclusief
B
exclusief

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de consumentenprijs?
A
verkoopprijs zonder btw
B
de btw
C
verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs

Slide 15 - Quizvraag

De verkoopprijs van een IPhone is € 332,75 . De BTW is 20 % hoeveel is de consumentenprijs?
A
402,63
B
288
C
399,3
D
275

Slide 16 - Quizvraag

Een flesje parfum wordt ingekocht door de parfumerie voor € 25,-. De brutowinstopslag is 40%.
Wat is de verkoopprijs
A
€ 25,-
B
€ 15,40
C
€ 34,60
D
€ 9,60

Slide 17 - Quizvraag

Voor wie is de BTW?
De btw is niet voor de winkelier.
De winkelier ontvangt de gehele consumentenprijs
De btw neem hij of zij apart en geeft dat door aan de belastingdienst.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Maak uit paragraaf 5.2 de opdrachten 30 tm 36
Klaar? Vraag nakijkblad en kijk de opdrachten na

Maak uit paragraaf 5.3 de opdrachten 39, 41, 42, 46, 47, 48 en 49
Klaar? Je mag wat voor jezelf gaan doen

Slide 20 - Tekstslide

Klas 3
Economie
Les 22 februari

WELKOM

Slide 21 - Tekstslide

Programma
Herhalen (lesson-up)
Afmaken opdrachten 5.3
Rekentrainer

Slide 22 - Tekstslide

Wat is afzet

Slide 23 - Open vraag

Wat is omzet

Slide 24 - Open vraag

Een winkelier koopt t shirts voor 20 euro in Hij wil 10 % brutowinst maken. wat wordt de verkoopprijs??

Slide 25 - Open vraag

9%
21%

Slide 26 - Sleepvraag

Je koopt een tas met een verkoopprijs van €45. Het btw tarief is 21%.
1. Bereken de btw.

Slide 27 - Open vraag

Je koopt een tas met een verkoopprijs van €45. Het btw tarief is 21%.
2. Bereken de consumentenprijs.

Slide 28 - Open vraag

Hoeveel procent btw betaal je voor de volgende producten? Sleep het juiste antwoord naar het product. 
Brood 
Fiets 
Groente
Tablet 
9%
21%

Slide 29 - Sleepvraag

Op kleding zit welke btw?
A
9%
B
21%
C
Geen btw

Slide 30 - Quizvraag

Op een iPhone zit welke btw?
A
9%
B
21%
C
Geen btw

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag
Maak uit paragraaf 5.3 de opdrachten 39, 41, 42, 46, 47, 48 en 49
Klaar? Vraag nakijkblad en kijk de opdrachten na

Maak de online rekenopdrachten 1 tm 13

Slide 33 - Tekstslide