La négation- periode c

Startklaar
Ik ben klaar voor de les:
  • ik zit op mijn plek
  • mijn jas is uit 
  • mijn tas is op de grond/ aan mijn stoel
  • mijn mobiel is in mijn kluis of telefoonhotel
  • mijn boek en pen zijn op mijn tafel
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startklaar
Ik ben klaar voor de les:
  • ik zit op mijn plek
  • mijn jas is uit 
  • mijn tas is op de grond/ aan mijn stoel
  • mijn mobiel is in mijn kluis of telefoonhotel
  • mijn boek en pen zijn op mijn tafel

Slide 1 - Tekstslide

PROGRAMME
Quoi? La négation
Comment? klassikaal + individueel 
Temps? 45 minuten
Prêt? Leren vocabulaire + la négation
les buts?
 À la fin de ce cours:
- Tu connais la négation

Slide 2 - Tekstslide

Les buts: 
Na het voltooien van deze LessonUp: 
  • Weet je welke ontkenningen er zijn in het Frans
  • Weet je welke bijzonderheden er zijn. 

Dia's met een            teken staan vol met informatie. Maak van deze dia's je aantekeningen.

Slide 3 - Tekstslide

La négation (1)
Regel: de ontkenning bestaat in het Frans altijd uit twee woorden. Je zet die woorden om de persoonsvorm heen.

De persoonsvorm is bijna altijd het eerste werkwoord in de zin. 

Slide 4 - Tekstslide

La négation, la base (2)
Er zijn meerdere ontkenningen die je kunt maken: 
Je ne sais pas.
Je ne sais rien.
Je ne sais jamais.
Je ne sais plus. 
Je ne connais personne ici. 
Je ne connais aucun de ces mots.
niet
ne/n'... pas
niets
ne/n'... rien
nooit
ne/n'... jamais
niet meer
ne/n'.... plus
niemand
ne/n'... personne
geen enkel(e)
ne/n'... aucun(e)

Slide 5 - Tekstslide

La négation, la base (3)
Er zijn meerdere ontkenningen die je kunt maken: 
Je ne connais pas du tout ces mots. 
Je ne connais pas non plus ces mots. 
Je ne connais pas encore ces mots. 
Je ne vois plus jamais cette fille. 
Je ne connais que ce mot en français.
helemaal niet
ne/n'...pas du tout
ook niet
ne/n'...pas non plus
nog niet
ne/n'...pas encore
nooit meer
ne/n'...plus jamais
alleen maar
ne/n'...que/qu'

Slide 6 - Tekstslide

Quelle est la bonne négation de la phrase ?
La fille marche lentement
A
La fille marche ne pas lentement
B
La fille ne marche pas lentement
C
La fille ne pas marche lentement

Slide 7 - Quizvraag

Faites la négation. :
Je sais

Slide 8 - Open vraag

Faites la négation. (niet meer)
Nous regardons la télé.

Slide 9 - Open vraag

Faites la négation. (nooit)
Tu manges à la cantine?

Slide 10 - Open vraag

    "De" na ontkenning
Na een ontkenning veranderen de lidwoorden un/une/des/du/de la en de l'  in de of d'

Voorbeeld: 
Je mange des pommes --> je ne mange pas de pommes.
Il a acheté du pain --> ll n'a jamais acheté de pain
Je - me/m'
Tu - te/t'
il - se/s'
elle - se/s'
on - se/s'
nous - nous
vous - vous
ils/elles - se/s'

Slide 11 - Tekstslide

Faites la négation. (niet meer)
Tu manges du chocolat.

Slide 12 - Open vraag

La négation et les verbes pronominaux
Soms is de persoonsvorm een wederkerend werkwoord. Het wederkerende stukje komt dan tussen de ontkenning in, samen met de persoonsvorm. 

Voorbeeld: 
Je me lave tous les matins. Je ne me lave pas tous les matins. 
Je - me/m'
Tu - te/t'
il - se/s'
elle - se/s'
on - se/s'
nous - nous
vous - vous
ils/elles - se/s'

Slide 13 - Tekstslide

Personne/rien comme sujet
Soms is 'niemand' het onderwerp. In dat geval vertaal je dat als 'personne ne...'
Niemand weet dat ik Repelsteeltje heet. 
Personne ne sait que je m'appelle Repelsteeltje. 

Hetzelfde is mogelijk met 'niets'. Je vertaalt het dan als 'rien ne...'
Niets is moeilijk.
Rien n'est difficile. 

Slide 14 - Tekstslide

Personne/rien comme objet direct
Soms is 'niemand' het lijdend voorwerp. Je vertaalt het dan gewoon als 'ne...personne'. 
Ik ken niemand in deze kamer.
Je ne connais personne dans cette salle. 

Hetzelfde is mogelijk met 'niets'
Ik kan niets doen. 
Je ne peux rien faire. 

Slide 15 - Tekstslide

Les exercices
Vous faites les exercices 9 + 10 à la page 10 + 11

Klaar? leren vocabulaire 
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide