week 8 - abbb's

week 8 - abbb's
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BestuursrechtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

week 8 - abbb's

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursorganen moeten zich bij het uitvoeren van hun bestuurstaak houden aan de algemene regels van de Awb en aan de bijzondere regels uit de bijzondere wetten. 

Belangrijk onderdeel van deze algemene regels zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb). Soort spelregels voor de overheid. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

abbb's
  • Komen voort uit de jurisprudentie 
  • Tegenwoordig meeste abbb's opgenomen in de wet (Awb)
  • Moeten zorgen dat besluiten zorgvuldig en eerlijk met  burgers en bedrijven omgaan
  • Besluit in strijd met beginsel(en)? Vernietigbaar 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

formele beginselen
deze geven voorschriften voor de totstandkoming, bekendmaking en vorm van het besluit

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. formele zorgvuldigheidsbeginsel
  • Onderzoek alvorens besluit
  • Bestuursorgaan moet op de hoogte zijn van alle feiten 
  • Welke belangen (en van wie) spelen een rol? (actief op onderzoek uitgaan)

Artikel 3:2 Awb: Bij een voorbereiding van een besluit vergaart het bestuursorgaan de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strijd met zorgvuldigheidsbeginsel
De gemeente Eindhoven weigert een aangevraagde parkeervergunning, omdat de straat te druk is. In werkelijkheid komen er slechts 4 auto's per uur door. 

Waarom is dit in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel?



Slide 8 - Tekstslide

O.g.v. artikel 3:2 Awb moet de overheid een besluit zorgvuldig voorbereiden en nemen: correcte behandeling van de burger, zorgvuldig onderzoek naar de feiten en belangen, procedure goed volgen en deugdelijke besluitvorming. In dit geval heeft de gemeente aldus geen zorgvuldig onderzoek gedaan naar de feiten en belangen. 
2. Fair play - beginsel
Bestaat uit meerdere onderdelen:
  • Het bestuursorgaan moet de burger met een open vizier tegemoet treden;
  • Burger moet open en eerlijk worden behandeld;
  • Ambtenaar die eigenbelang heeft bij een besluit, mag niet bij besluitvorming worden betrokken
  • art. 2:4 lid 2 Awb

Slide 9 - Tekstslide

Open en eerlijk behandelen = geen mogelijkheid ontnemen om voor eigen rechten op te komen. bijv. geen info achterhouden als burger om info vraagt over een bepaalde zaak. 
3. Motiveringsbeginsel
Wanneer een bestuursorgaan een beslissing neemt, moet het bestuursorgaan uitleggen waarom het een bepaald besluit heeft genomen. art. 3:46 Awb

- feiten moeten kloppen
- motivering dient te allen tijde logisch en begrijpelijk te zijn. Een motivering moet daarom feitelijk juist zijn.

Artikel 3:46 Awb: Een besluit dient te berusten op een deugdelijke motivering. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Formeel rechtszekerheidsbeginsel 
Heeft als doel dat burgers weten waar ze aan toe zijn. Een besluit moet daarom: 

  • duidelijk en ondubbelzinnig zijn. 
  • op de voorgeschreven manier bekend worden gemaakt.  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Gelijkheidsbeginsel
Een bestuursorgaan moet burgers in gelijke gevallen gelijk/hetzelfde behandelen. 

Artikel 1 Grondwet

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld waarbij de overheid in strijd handelt met het gelijkheidsbeginsel.

Slide 13 - Open vraag

De ene buur krijgt wél een bouwvergunning en de buurman met een vrijwel identieke woning niet. 
Materiële beginselen
deze hebben betrekking op de inhoud van het besluit

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Verbod van détournement de pouvoir
Zoals we hebben geleerd, voert ieder bestuursorgaan een bestuurstaak uit. Om dat te doen, krijgt een bestuursorgaan bepaalde bevoegdheden. 

Bestuursorgaan mag deze bevoegdheden alleen gebruiken voor het doel waarvoor deze bevoegdheid is gegeven. Zie artikel 3:3 Awb. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: misbruik van bevoegdheid
De gemeente weigert een nieuw café een drank- en horecavergunning te verlenen met als reden dat andere cafés in het dorp dan minder omzet maken. 

= misbruik van bevoegdheid, want de gemeente heeft de bevoegdheid om een dergelijke vergunning af te geven zodat zij het drankgebruik onder controle houden, maar NIET om andere ondernemers te beschermen tegen concurrentie.               dus in strijd met verbod van détournement de pouvoir.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Vertrouwensbeginsel
Ook wel het 'beginsel van de opgewekte verwachting'. Het gaat erom welke verwachtingen een bestuursorgaan schept en dat je op die verwachtingen mag vertrouwen als burger. 

Let op: het vertrouwensbeginsel heeft geen wettelijke grondslag! Ondanks dat moet een bestuursorgaan zich toch aan dat beginsel houden. 


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld vertrouwensbeginsel
Stel je hebt een vergunningsaanvraag ingediend en je wil weten wat de status is. Je belt vervolgens naar de wethouder en hij/zij zegt dat je gegarandeerd de vergunning krijgt, maar dat ze een achterstand hebben en je nog even moet wachten. 

Als dan vervolgens blijkt dat je de vergunning niet krijgt, heeft het gemeentebestuur in strijd gehandeld met het vertrouwensbeginsel. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8. Rechtszekerheidsbeginsel
Een bestuursorgaan mag niet zo maar op zijn eerder genomen besluit terugkomen en deze bijvoorbeeld ongedaan maken. Burger moet kunnen bouwen op overheid.

- lijkt op het vertrouwensbeginsel
- verschil: vertrouwensbeginsel voor besluit, rechtszekerheidsbeginsel na besluit

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg rechtszekerheidsbeginsel
Geen wettelijke grondslag
Overheid wel verplicht zich aan dit beginsel te houden

Voorbeeld: de gemeente verleent een subsidie voor de organisatie van Koningsdag. Een maand voor Koningsdag laat de gemeente weten toch niets te betalen. Dit is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9. Materiële zorgvuldigheidsbeginsel
Inhoudelijk moet een zorgvuldig besluit worden genomen (omvat drie a.b.b.b.):
1) belangenafweging (art. 3:4 lid 1 Awb) alle belangen tegen elkaar worden afgewogen
2) evenredigheid (art. 3:4 lid 2 Awb) nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zwaar wegen in verhouding tot het doel waarvoor het is genomen
3) verbod van willekeur (art.3:4 lid 2 Awb) als een bestuursorgaan in redelijkheid niet tot een bepaald besluit had kunnen komen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg verbod van willekeur
In sommige gevallen heeft bestuursorgaan vrijheid bij uitoefenen bestuurstaken > eigen beleid maken.

Dit beleid wordt niet getoetst door de rechter. 
Betekent dit dan ook geen controle?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg verbod van willekeur
  • De rechter toetst eigen beleid niet, controleert wel. 
  • Controle ziet erop of eigen beleid wordt toegepast. 
  • Zo niet > strijd met verbod van willekeur! 


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld verbod van willekeur:
De gemeente wijst een subsidieaanvraag van een sportvereniging af, terwijl deze aanvraag wel verleend had moeten worden op grond van het eigen gemaakt beleid.

Dat mag dus niet. 
Vrijheid voor eigen beleid, maar dan ook volgen eigen beleid. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen???
Opdrachten/Huiswerk: 

H5 opdracht 7 en 8 


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies