Bestuursrecht les 4 : Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (deel I)

Bestuursrecht les 4
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (deel I)
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BestuursrechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bestuursrecht les 4
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (deel I)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les
  • Bestuurshandelingen 
  • Besluiten (algemene strekking of 
    beschikking) 
  • Bestuursorgaan
  • Belanghebbende 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschikkingen... weet jij het nog?
Maak nu opdracht 7 (hoofdstuk 13)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursorganen moeten zich bij het uitvoeren van hun bestuurstaak houden aan de algemene regels van de Awb en aan de bijzondere regels uit de bijzondere wetten. 

Belangrijk onderdeel van deze algemene regels zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb). Soort spelregels voor de overheid. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Komen voort uit de jurisprudentie 
  • Tegenwoordig opgenomen in de wet (Awb)
  • Bestuursorgaan bestuurstaak goed uitgevoerd?
  • Voldoende rekening gehouden met de belangen van de burger?
  • Besluit in strijd met beginsel(en)? Vernietigbaar 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De beginselen:
  1. zorgvuldigheidsbeginsel 
  2. motiveringsbeginsel                                                                 
  3. geen misbruik van bevoegdheid 
  4. evenredigheidsbeginsel
  5. gelijkheidsbeginsel
  6. vertrouwensbeginsel                                                                
  7. rechtszekerheidsbeginsel
  8. verbod van willekeur

Slide 6 - Tekstslide

De dikgedrukte beginselen behandelen we deze week. De andere vier komende de volgende les aan bod.
Waar denk je aan bij het
zorgvuldigheidsbeginsel?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1. Zorgvuldigheidsbeginsel
  • Onderzoek alvorens besluit
  • Bestuursorgaan moet op de hoogte zijn van alle feiten
  • Welke belangen (en van wie) spelen een rol?
  • Alle belangen moeten worden meegenomen bij het besluit

Artikel 3:2 Awb: Bij een voorbereiding van een besluit vergaart het bestuursorgaan de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als burger wil je erop vertrouwen dat de overheid niet partijdig is bij het nemen van beslissingen, maar grondig onderzoek doet en alle belangen tegen elkaar afweegt voordat een besluit wordt genomen. 

Gaat dit altijd goed in de praktijk? Nee... helaas niet!




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strijd met zorgvuldigheidsbeginsel
De gemeente Eindhoven weigert een aangevraagde parkeervergunning, omdat de straat te druk is. In werkelijkheid komen er slechts 4 auto's per uur door. 

Waarom is dit in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel?



Slide 10 - Tekstslide

O.g.v. artikel 3:2 Awb moet de overheid een besluit zorgvuldig voorbereiden en nemen: correcte behandeling van de burger, zorgvuldig onderzoek naar de feiten en belangen, procedure goed volgen en deugdelijke besluitvorming. In dit geval heeft de gemeente aldus geen zorgvuldig onderzoek gedaan naar de feiten en belangen. 
2. Motiveringsbeginsel
Wanneer een bestuursorgaan een beslissing neemt, moet het bestuursorgaan uitleggen waarom het een bepaald besluit heeft genomen. 

- feiten moeten kloppen
- motivering te allen tijde logisch en begrijpelijk dient te zijn. Een motivering moet daarom feitelijk juist zijn.

Artikel 3:46 Awb: Een besluit dient te berusten op een deugdelijke motivering. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld waarbij de overheid in strijd handelt met het motiveringsbeginsel.

Slide 12 - Open vraag

De overheid waardeert de bouwgrond, maar houdt de taxaties achterwege waardoor 
3. Geen misbruik van bevoegdheid
Zoals we hebben geleerd, voert ieder bestuursorgaan een bestuurstaak uit. Om dat te doen, krijgt een bestuursorgaan bepaalde bevoegdheden. 

Bestuursorgaan mag deze bevoegdheden alleen gebruiken voor het doel waarvoor deze bevoegdheid is gegeven. Zie artikel 3:3 Awb. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 1 misbruik van bevoegdheid
De gemeente hanteert een eigen woonwagenbeleid dat in strijd is met de Grondwet, EVRM en de uitspraken van het EHRM. De gemeente wilde de woonwagenbewoners ontruimen, omdat volgens het beleid van de gemeente een woonwagen of standplaats niet aangemerkt kon worden als woning. O.a. op grond van artikel 8 EVRM is een woonwagen of standplaats wel aan te merken als woning en mag de gemeente dus niet ontruimen. 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 2 misbruik van bevoegdheid
De gemeente weigert een nieuw café een drank- en horecavergunning te verlenen met als reden dat andere cafés in het dorp dan minder omzet maken. 

= misbruik van bevoegdheid, want de gemeente heeft de bevoegdheid om een dergelijke vergunning af te geven zodat zij het drankgebruik onder controle houden, maar NIET om andere ondernemers te beschermen tegen concurrentie.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Evenredigheidsbeginsel
De overheid moet ervoor zorgen dat de lasten of nadelige gevolgen van een overheidsbesluit voor een burger niet zwaarder zijn dan het algemeen belang van het besluit. 

Geen zwaarder middel als een ander middel voorhanden is.

Artikel 3:4 lid 2 Awb

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan jij een voorbeeld bedenken waarbij in strijd wordt gehandeld met het evenredigheidsbeginsel?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld strijd met evenredigheidsbeginsel
Geluidsoverlast bij een café. Omwonenden hebben geklaagd. Café bestaat al jaren en er zijn nog nooit problemen geweest. De gemeente besluit het café definitief te sluiten. 

Dit is in strijd met het evenredigheidsbeginsel, omdat dit een veel te zwaar middel is (gevolgen veel te zwaar). Een milder middel is aanwezig, namelijk het geven van een waarschuwing. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zorgvuldigheidsbeginsel houdt in:
A
Dat er niet meteen een (te) zwaar middel mag worden ingezet
B
Dat alle belangen moet worden afgewogen en op de hoogte moet zijn van de feiten en omstandigheden
C
Dat een bestuursorgaan zijn bevoegdheid niet mag gebruiken voor een ander doel dan waarvoor zij is verleend

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De overheid neemt een beslissing, maar legt niet op een begrijpelijke wijze uit waarom en hoe deze beslissing tot stand is gekomen. Dit is in strijd met:
A
Zorgvuldigheidsbeginsel
B
Evenredigheidsbeginsel
C
Motiveringsbeginsel

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Gelijkheidsbeginsel
Een bestuursorgaan moet burgers in gelijke gevallen gelijk/hetzelfde behandelen. 

Artikel 1 Grondwet

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak artikel 1 van de Grondwet erbij. Lees wat er staat en noem een voorbeeld wanneer een bestuursorgaan handelt in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

Slide 22 - Open vraag

Bijv. ene student geen studiefinanciering toekennen terwijl deze student aan precies dezelfde voorwaarden voldoet als de andere en deze andere student wordt wel een studiefinanciering toegekend. 

Dit geldt ook voor uitkeringen, vergunningen etc. 
6. Vertrouwensbeginsel
Ook wel het 'beginsel van de opgewekte verwachting'. Het gaat erom welke verwachtingen een bestuursorgaan schept en dat je op die verwachtingen mag vertrouwen als burger. 

Let op: het vertrouwensbeginsel heeft geen wettelijke grondslag! Ondanks dat moet een bestuursorgaan zich toch aan dat beginsel houden. 


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld vertrouwensbeginsel
Stel je hebt een vergunningsaanvraag ingediend en je wil weten wat de status is. Je belt vervolgens naar de wethouder en hij/zij zegt dat je gegarandeerd de vergunning krijgt, maar dat ze een achterstand hebben en je nog even moet wachten. 

Als dan vervolgens blijkt dat je de vergunning niet krijgt, heeft het gemeentebestuur in strijd gehandeld met het vertrouwensbeginsel. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Rechtszekerheidsbeginsel
Een bestuursorgaan mag niet zo maar op zijn eerder genomen besluit terugkomen en deze bijvoorbeeld ongedaan maken. Burger moet kunnen bouwen op overheid.

- lijkt op het vertrouwensbeginsel
- verschil: vertrouwensbeginsel voor besluit, rechtszekerheidsbeginsel na besluit

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg rechtszekerheidsbeginsel
Geen wettelijke grondslag
Overheid wel verplicht zich aan dit beginsel te houden

Voorbeeld: de gemeente verleent een subsidie voor de organisatie van Koningsdag. Een maand voor Koningsdag laat de gemeente weten toch niets te betalen. Dit is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8. Verbod van willekeur
In sommige gevallen heeft bestuursorgaan vrijheid bij uitoefenen bestuurstaken > eigen beleid maken.

Dit beleid wordt niet getoetst door de rechter. 
Betekent dit dan ook geen controle?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg verbod van willekeur
  • De rechter toetst eigen beleid niet, controleert wel. 
  • Controle of eigen beleid wordt toegepast. 
  • Zo niet > strijd met verbod van willekeur! 


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld verbod van willekeur:
De gemeente wijst een subsidieaanvraag van een sportvereniging af, terwijl deze aanvraag wel verleend had moeten worden op grond van het eigen gemaakt beleid.

Dat mag dus niet. 
Vrijheid voor eigen beleid, maar dan ook volgen eigen beleid. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertrouwensbeginsel vs. rechtszekerheidsbeginsel
Het vertrouwensbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel lijken erg op elkaar. Bedenk zelf twee casussen:
- één waarin het bestuursorgaan het vertrouwensbeginsel schendt;
- één waarin een bestuursorgaan het rechtszekerheidsbeginsel schendt. 

Slide 30 - Tekstslide

De studenten gaan aan de slag met het bedenken van twee casussen (1 x schending vertrouwensbeginsel en 1x schending rechtszekerheidsbeginsel). Dit moeten uiteraard andere voorbeelden zijn dan genoemd in de les. 

Evt. per tweetallen maken en laten presenteren in de les?
Samenvattend:
De beginselen welke we vandaag behandeld hebben:
- zorgvuldigheidsbeginsel
- motiveringsbeginsel
- geen misbruik van bevoegdheid 
- evenredigheidsbeginsel

Volgende week de andere 4!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten/huiswerk:
Maak opdracht 7 (Hoofdstuk 13)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
Zijn er vragen over de stof van deze week?




Volgende week: de andere vier algemene beginselen van behoorlijk bestuur 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies