In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Examentraining VWO
nummer 2
M. van den Berg
2016TV2
Slide 1 - Tekstslide
Licht toe aan de hand van bovenstaande gegevens dat een eendenkroosblad: − geen houtvaten nodig heeft − en ook geen bastvaten nodig heeft.
Slide 2 - Open vraag
Nederland lijkt een ideaal land voor het kweken van eendenkroos. In het groeiseizoen kan plaatselijk vanzelf een dichte kroosbedekking op sloten en plassen ontstaan, vooral in gebieden met intensieve landbouw. Leg uit waardoor vooral op de sloten in gebieden met intensieve landbouw een overmatige kroosbedekking kan ontstaan.
Slide 3 - Open vraag
-Geef een verklaring voor de stijging van de groeisnelheid met de temperatuur van het water tot aan de optimumtemperatuur. - Verklaar waardoor bij temperaturen hoger dan de optimumtemperatuur er een snelle afname is van de groeisnelheid.
Slide 4 - Open vraag
Eendenkroos dat wordt gekweekt voor veevoer moet een hoge opbrengst hebben. Welke van de drie onderzochte eendenkroossoorten (zie afbeelding 3) is het meest geschikt voor gebruik in Nederlandse sloten?
A
Lemna minor
B
Lemna turionifera
C
Spirodela polyrhiza
Slide 5 - Quizvraag
Naast de temperatuur beïnvloedt ook de factor licht overdag de groeisnelheid en dus de opbrengst van eendenkroos. Zo zal op een bewolkte dag de groei minder zijn dan op een zonnige dag. Beschrijf twee andere natuurlijke omstandigheden waardoor de factor licht kan variëren met als gevolg een verandering van de groeisnelheid van het eendenkroos.
Slide 6 - Open vraag
Een dicht kroosdek is nadelig voor het andere waterleven in een sloot, doordat het kan leiden tot een laag zuurstofgehalte van het water. Geef twee verklaringen voor het lage zuurstofgehalte van het water als gevolg van een dicht kroosdek.
Slide 7 - Open vraag
- Welke groep reducenten is verantwoordelijk voor de ammonium- productie in het water? - Verklaar waardoor onder een dicht kroosdek het nitraatgehalte laag blijft
Slide 8 - Open vraag
Geef twee argumenten waarom de teelt van soja als bestanddeel van veevoer ecologisch minder duurzaam is dan de teelt van eendenkroos.
Slide 9 - Open vraag
De schimmel produceert eiwitrijke biomassa. Toch is de rol van deze schimmel in de kringloop van stoffen niet die van een producent. (1p) Waarom wordt de schimmel niet tot de producenten gerekend?
Slide 10 - Open vraag
De schimmel F. venenatum kan zowel anaeroob als aeroob dissimileren. Doordat er continu zuurstof wordt toegevoegd aan de vloeistof in de reactor, blijft de dissimilatie aeroob en wordt anaerobe dissimilatie voorkomen. (2p) Leg uit dat het voor een hoge opbrengst van mycoproteïne gunstig is om de schimmel aeroob te laten dissimileren.
Slide 11 - Open vraag
De flow is zo afgesteld dat de groeisnelheid, en dus de opbrengst van de schimmel, optimaal is. − Waardoor is de schimmelopbrengst bij een te hoge flow niet optimaal? − Waardoor is de opbrengst bij een te lage flow ook niet optimaal?
Slide 12 - Open vraag
Leg uit waardoor het mRNA-gehalte bij cellen die voortdurend delen relatief hoog is.