Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
jou / jouw - mij / mijn
Voornaamwoorden
jou-jouw
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Voornaamwoorden
jou-jouw
Slide 1 - Tekstslide
Doel les Jou / jouw
Na de les:
weet ik wanneer ik jou of jouw gebruik.
kan ik zelf zinnen maken met deze voornaamwoorden
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Schrijf in eigen woorden op wat het verschil is tussen jou en jouw
Slide 4 - Open vraag
Dus...
JOU - U - MIJ
Persoonlijk voornaamwoord
verwijst naar een persoon
Je kunt het vaak vervangen door een naam
Slide 5 - Tekstslide
Dus...
JOUW - UW - MIJN
Bezittelijk voornaamwoord,
geeft een BEZIT aan.
(vaak staat er een zelfstandig naamwoord achter)
Uitleg zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoorden zijn woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten (de, het, een).
Je gebruikt ze voor: dieren, mensen, dingen, plaatsen.
Ook gebruik je ze voor (eigen)namen (ook al kun je daar soms geen lidwoord voor zetten)
Slide 6 - Tekstslide
Hendrik zet …… gegevens op de lijst
A
jou
B
jouw
Slide 7 - Quizvraag
Dat ga ik meteen voor ….. doen!
A
jou
B
jouw
Slide 8 - Quizvraag
..... cake is het lekkerst.
A
jou
B
jouw
Slide 9 - Quizvraag
Ik heb het aan ..... broer gevraagd
A
jou
B
jouw
Slide 10 - Quizvraag
Wilt ..... nog wat drinken?
A
u
B
uw
Slide 11 - Quizvraag
..... telefoon is op de grond gevallen
A
mij
B
mijn
Slide 12 - Quizvraag
Wil je ..... even antwoord geven?
A
mij
B
mijn
Slide 13 - Quizvraag
Gisteren vierden we ..... verjaardag
A
jou
B
jouw
Slide 14 - Quizvraag
Oefenen
Pak pen en papier.
Maak de oefeningen op de volgende slide.
De antwoorden vind je op de slide daarna.
Slide 15 - Tekstslide
Schrijf de juiste vorm op
Henk zet jou / jouw gegevens op de lijst
Dat ga ik meteen voor jou / jouw doen.
Jou / jouw cake is het lekkerst.
Ik heb het aan jou / jouw broer gevraagd.
Wilt u / uw nog wat drinken?
Mij / Mijn telefoon is op de grond gevallen.
Wil je mij / mijn even antwoord geven?
Gisteren vierden we jou / jouw verjaardag.
Slide 16 - Tekstslide
Antwoorden
Henk zet jou /
jouw
gegevens op de lijst
Dat ga ik meteen voor
jou
/ jouw doen.
Jou /
Jouw
cake is het lekkerst.
Ik heb het aan jou /
jouw
broer gevraagd.
Wilt
u
/ uw nog wat drinken?
Mij /
Mijn
telefoon is op de grond gevallen.
Wil je
mij
/ mijn even antwoord geven?
Gisteren vierden we jou /
jouw
verjaardag.
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Stijlkwesties les 2 Zij-hun-hen-u-uw-jou-jouw-mij-mijn
November 2022
- Les met
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
jou / jouw - mij / mijn
November 2020
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Stijl: u/uw, jou/jouw, me/mijn
Maart 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Stijl: u/uw, jou/jouw, me/mijn
Januari 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
H4 taalverzorging - verwijswoorden
Maart 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
KT2: taalverzorging: jou / jouw
Maart 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
KT2: taalverzorging: jou / jouw
Januari 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
KT2: taalverzorging: jou / jouw
Mei 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2