Lezen en SKL blok 5

Objectief & subjectief
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Objectief & subjectief

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen objectief en subjectief?

Slide 2 - Open vraag

Het cijfer telt niet mee voor de overgang naar het volgende leerjaar. Je kunt dus niet op gym blijven zitten.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 3 - Quizvraag

Het geven van een cijfer voor gym is oneerlijk, want de ene leerling is nu eenmaal sportiever, leniger of sneller dan de andere. Het is dus beter om bij het vak gym meer in te gaan op lichaamsbeweging, zonder dat een ‘stijve hark’ op zijn onkunde wordt afgerekend.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 4 - Quizvraag

Voorvoegsels en achtervoegsels
Je kunt een nieuwe woordvorm maken door bij een grondwoord een voorvoegsel of een achtervoegsel te plaatsen. Dat zijn woorddelen die een eigen betekenis hebben. Ze geven het nieuwe woord ook een andere 
betekenis. 

Slide 5 - Tekstslide

Voorvoegsels en achtervoegsels

voorbeeld
on + gemakkelijk = niet gemakkelijk
dak + loos = zonder dak

Slide 6 - Tekstslide

Tijdens de (opruimen)
kun je heel goedkoop nieuwe schoenen kopen.

Slide 7 - Open vraag

Marco kon zijn (boos)
niet langer onderdrukken en sloeg met zijn vuist op tafel.

Slide 8 - Open vraag

Ik ben niet zo bang om de (confronteren)
aan te gaan met mijn vijanden.

Slide 9 - Open vraag

De spullen die (breken)
zijn, heb ik extra goed ingepakt met noppenfolie.

Slide 10 - Open vraag

De twee vrienden geven elkaar altijd een 'boks' ter (begroeten).

Slide 11 - Open vraag