3H: 8.2 Wisselkoersen

H8+H9
9.1 Wat is welvaart?
8.1 Export en Import
8.2 Wisselkoersen
8.3 Vrijhandel en protectie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H8+H9
9.1 Wat is welvaart?
8.1 Export en Import
8.2 Wisselkoersen
8.3 Vrijhandel en protectie

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les kan je:
  • Uitleggen dat je soms geld moet wisselen om te betalen in het buitenland
  • De wisselkoers van een valuta berekenen
  • Uitelggen waarom en wisselkoers kan stijgen of dalen

Slide 2 - Tekstslide

Hoe betaal je in het buitenland?

Slide 3 - Tekstslide

Wisselkoers

De ‘prijs’ van een valuta.


Directe notering:

€1 = $1,10


Indirecte notering:

$1= €0,91

Slide 4 - Tekstslide

Omrekenen
Directe notatie
€1 = ₺ 41,71


Indirecte notatie
₺1 = ?    
Altijd:
1 ÷ wisselkoers

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wisselkoers
De ‘prijs’ van een valuta.





Waarom veranderd de wisselkoers?

Slide 7 - Tekstslide

Formule wisselkoers
€ --> VV = € x koers = VV
VV-->€ = VV / koers = euro

Bij directe notering

Slide 8 - Tekstslide

Maken opgave: 13 blz. 234
Klaar: Maken 8.2 10 t/m 18
timer
7:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Euro, dollar, pond
De wisselkoers van 
de euro heeft 
gevolgen voor 
de import...





Slide 12 - Tekstslide

Invloed wisselkoers op de handel

Slide 13 - Tekstslide

Afmaken 8.2: 10 t/m 18
Wat je niet afkrijgt = huiswerk volgende week

Slide 14 - Tekstslide

Stelling 1: Als de wisselkoers daalt van de euro neemt de export toe.
Stelling 2: Als de wisselkoers stijgt, neemt de productie toe

A
1 is juist, 2 is juist
B
1 is juist, 2 is onjuist
C
1 is onjuist, 2 is juist
D
1 is onjuist,2 is onjuist

Slide 15 - Quizvraag

De internationale concurrentiepositie wordt beïnvloed door .........
A
de wisselkoersen , progressieve belastingen
B
het bbp, voorzieningen in het land
C
het loonniveau, de inflatie, de arbeidsproductiviteit
D
de arbeidsproductiviteit, de wisselkoersen, het bbp

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn Vreemde Valuta?
A
Buitenlands geld
B
Wisselkoers
C
Provisiekosten
D
Euro's

Slide 17 - Quizvraag

Als Chinese investeerders hun geld op de Nederlandse bank zetten
A
stijgt de wisselkoers van de Euro
B
Daalt de wisselkoers van de Euro

Slide 18 - Quizvraag

Als de wisselkoers van de euro € daalt
dan wordt onze internationale concurrentiepositie ...
A
slechter
B
beter
C
niet beïnvloed

Slide 19 - Quizvraag

Een verandering van de wisselkoers heeft gevolgen voor de import en export
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Als de wisselkoers van de euro stijgt
dan wordt onze internationale concurrentiepositie ...
A
slechter.
B
beter.

Slide 21 - Quizvraag

De wisselkoers van de dollar staat op €1,21. Hoeveel euro krijg ik voor 4 dollar?
A
€2,40
B
€4,80
C
€4,44
D
€4,84

Slide 22 - Quizvraag