wk 40: les 1+2

Dinsdag 29  september - V1a
Vandaag
  • 10 minuten stillezen
  • Zondag met Lubach
  • Terugblik werkwoordspelling: werkwoordsvormen
  • Het onvoltooid deelwoord
  • Aan de slag!

  • D-toets sprookje maken


timer
10:00
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 29  september - V1a
Vandaag
  • 10 minuten stillezen
  • Zondag met Lubach
  • Terugblik werkwoordspelling: werkwoordsvormen
  • Het onvoltooid deelwoord
  • Aan de slag!

  • D-toets sprookje maken


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Vorige les werkwoordspelling heb je...
...de regels voor het voltooid deelwoord herhaald.
...geleerd om de persoonsvorm, het infinitief en het voltooid deelwoord te herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze les ga je...
...leren wat het onvoltooid deelwoord is.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe herken je
de persoonsvorm?

Slide 5 - Woordweb

Hoe herken je
het voltooid deelwoord?

Slide 6 - Woordweb

Hij zal het wel gedaan (hebben).
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 7 - Quizvraag

Hij zal het wel gedaan (hebben).

Slide 8 - Open vraag

Op het ATC (gebeuren) altijd wat.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 9 - Quizvraag

Op het ATC (gebeuren) altijd wat.

Slide 10 - Open vraag

Er is een ongeluk (gebeuren).
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief

Slide 11 - Quizvraag

Er is een ongeluk (gebeuren).

Slide 12 - Open vraag

Werkwoordsvormen: het odw
Kermend van pijn smeekte hij om genade.
Huppelend van blijdschap kwam hij naar me toe.
Terugkijkend op de gebeurtenissen, kunnen we tevreden zijn.

Wat zijn hier de onvoltooid deelwoorden?

Slide 13 - Tekstslide

Werkwoordsvormen: het odw
Onvoltooid deelwoord (odw) - Je bent ergens mee bezig, schrijf altijd infinitief + d.

  •     Huilend rende ze de klas uit.
  •     Lachend rende ze de klas uit.
  •     Niezend rende ze de klas uit.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak de vragen op de volgende slides (16 t/m 35)

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit wat een infinitief is.

Ben je het vergeten? Zoek het dan op!

Slide 16 - Open vraag

Leg uit wat een voltooid deelwoord is.

Ben je het vergeten? Zoek het dan op!

Slide 17 - Open vraag

Infinitief of voltooid deelwoord?

twijfelen
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 18 - Quizvraag

Infinitief of voltooid deelwoord?

gebukt
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 19 - Quizvraag

Infinitief of voltooid deelwoord?

verzachten
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 20 - Quizvraag

Infinitief of voltooid deelwoord?

passen
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 21 - Quizvraag

Infinitief of voltooid deelwoord?

gereden
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 22 - Quizvraag

Infinitief of voltooid deelwoord?

gereden
A
infinitief
B
voltooid deelwoord

Slide 23 - Quizvraag

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

twijfelen

Slide 24 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van:

twijfelen

Slide 25 - Open vraag

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

huilen

Slide 26 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van:

huilen

Slide 27 - Open vraag

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

rijden

Slide 28 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van:

rijden

Slide 29 - Open vraag

Aan de slag!

Op de volgende slides staan zinnen. 

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes.

De persoonsvormen staan in de tegenwoordige tijd.

Fouten maken mag,
verbeter deze wel!

Slide 30 - Tekstslide

Cas (bestellen, vt) (blozen, odw) nog een vierde hamburger.

Slide 31 - Open vraag

Stef (staan, vt) wel tien minuten (bibberen, odw) op de hoge duikplank.

Slide 32 - Open vraag

Volgens de dierenbescherming (verwaarlozen, vt) de boer zijn schapen (voortduren, odw).

Slide 33 - Open vraag

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 34 - Open vraag

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 35 - Open vraag

Aan de slag!
Maak de D-toets Sprookje

Slide 36 - Tekstslide