Lezen H6 A2A

Lezen H6                blz. 162
Tekst en publiek
herhaling theorie
opdracht 1 en 2 nakijken
opdracht 5 maken

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lezen H6                blz. 162
Tekst en publiek
herhaling theorie
opdracht 1 en 2 nakijken
opdracht 5 maken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Opdracht 1                          tekst 1
Onderwerp: kamp voor christelijke tieners
Bron: www.wegwijzerkampen.nl
Taalgebruik: je/jij, eenvoudige zinnen
publiek: gelovige tieners die kamperen leuk vinden

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1                          tekst 2
Onderwerp: diefstal van IJslandse verkeersborden
Bron: www.bndestem.nl
Taalgebruik: moeilijke woorden, lange zinnen, lezer wordt niet direct aangesproken
Lay-out: krantenbericht met vetgedrukte lead
Publiek: volwassenen/ breed publiek

Slide 4 - Tekstslide

opdracht 1                       tekst 3
Onderwerp: Ouderen Ombudsman
Bron: www.ouderenombudsman.nl
Taalgebruik: u, weinig woorden, korte zinnen
Lay-out: groot lettertype, foto oudere dame
Publiek: ouderen met interesse in Ouderen Ombudsman

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het onderwerp
van deze tekst?

Slide 6 - Woordweb

Wat voor soort tekst is het?
A
krantenbericht
B
artikel
C
folder
D
advertentie

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent
STEEVAST (alinea 4)
A
vaak
B
soms
C
altijd
D
zelden

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent
SOELAAS BIEDEN (alinea 4)
A
oplossing geven
B
verlichting geven
C
uitweg bieden
D
weinig helpen

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent
ROET IN HET ETEN GOOIEN (alinea 5)
A
het eten laten aanbranden
B
protesteren
C
andere ideeën hebben
D
de boel bederven

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent
NABURIG (alinea 6)
A
nabijgelegen
B
uit de buurt
C
ver weg
D
ertussen

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent
MIDDENSTAND (alinea 6)
A
werknemers
B
mensen met een gemiddeld salaris
C
groep winkeliers
D
de burgers

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent
PIJNPUNTEN (alinea 7)
A
pijnlijke plekken
B
acupunctuurnaalden
C
littekens
D
knelpunten

Slide 13 - Quizvraag

Antwoorden vraag 4 en 5
4. Omdat dit gevolgen heeft voor de werkgelegenheid, in het park en bij de leveranciers en omdat de Efteling Nederlands erfgoed moet blijven.
5 - nieuwe attracties 
    - overnachtingsmogelijkheden / een tweede hotel
    - bereikbaarheid door een eigen afrit
    - uitbreiding van het park

Slide 14 - Tekstslide

6. Welk verband herken je tussen de eerste en de tweede zin van alinea 5?
A
opsommend
B
chronologisch
C
tegenstellend
D
voorwaardelijk

Slide 15 - Quizvraag

Antwoorden vraag 7 en 8
7. De twee argumenten zijn:
- De nieuwe aanrijroute gaat ten koste van de recreatiemogelijkheden van de omwonenden. 
- Kaatsheuvel zal vanuit Loon op Zand lastiger bereikbaar worden (en dat is nadelig voor de middenstand).
8 Het doel van de informatiebijeenkomst is uitleg geven over waarom uitbreiding zo belangrijk is en om alle pijnpunten van de omwonenden aan te horen (zodat de Efteling daarmee rekening kan houden).

Slide 16 - Tekstslide

antwoorden vraag 9 en 10
9 Hij denkt dat de omwonenden geen invloed meer kunnen uitoefenen op de uitbreidingsplannen, omdat de Efteling, de gemeente en de provincie het hierover al eens zijn.
10 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Nee, omdat alleen de eerste twee alinea’s gaan over het mogelijke gevaar dat de Efteling in handen komt van buitenlandse partijen (waaronder Rusland) wanneer het pretpark niet uitbreidt. De tekst gaat verder over de argumenten van omwonenden tegen de uitbreidingsplannen en dat zie je niet terug in deze titel.

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden vraag 11 en 12
11 ondernemers, zie bron: www.deondernemer.nl
12 Winkeliers in Kaatsheuvel zullen mogelijk wel last ervaren, omdat mensen uit Loon op Zand eerder gaan winkelen in Tilburg. Andere ondernemers, bijvoorbeeld van bouwbedrijven of leveranciers van bouwmaterialen, kunnen wellicht profiteren van de aanleg van wegen en de uitbreiding van het park.

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk voor vrijdag 19 juni
Lees tekst 6 op blz. 166-167
Maak opdracht 5

Lever deze opdracht in voor 15 uur. 
(NN online of in Google Classroom)

Slide 19 - Tekstslide

                                                                               Bladzijde 166        
Lees tekst 6
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide