Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammar Lesson frequent mistakes
Opfriscursus gramatica
Veel gemaakte fouten tijdens het schrijven en
hoe je ze kan verbeteren!
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Opfriscursus gramatica
Veel gemaakte fouten tijdens het schrijven en
hoe je ze kan verbeteren!
Slide 1 - Tekstslide
Lesson goals
At the end of this lesson:
- You know what some of the frequent grammar mistakes are
- You can avoid mistakes and apply them correctly
Slide 2 - Tekstslide
Their / there / they're
Their / there / they're
Their
= hun (bezittelijk)
There
= daar of er
They're
= they are (zij zijn)
The employees are doing
their
job.
Have you ever been
there
?
They're
the best musicians in the world.
Slide 3 - Tekstslide
Welk woord betekent:
'hun' en geeft bezit aan?
A
there
B
their
C
they're
Slide 4 - Quizvraag
Welk woord betekent:
'zij zijn'?
A
there
B
their
C
they're
Slide 5 - Quizvraag
Welk woord betekent:
'daar'?
A
there
B
their
C
they're
Slide 6 - Quizvraag
___ not here. Where
are they?
A
there
B
their
C
they're
Slide 7 - Quizvraag
Our bicycles are old, but
___ bicycles are new
A
there
B
their
C
they're
Slide 8 - Quizvraag
Are ___ any cookies in
the kitchen?
A
there
B
their
C
they're
Slide 9 - Quizvraag
Its / it's
Its / it's
Its
= zijn/haar (bezittelijk)
It's
= it is (Het is, het heeft)
The dog chased
its
tail.
It’s
almost two o’clock.
Slide 10 - Tekstslide
____ beginning to look a lot like Christmas
A
its
B
it's
Slide 11 - Quizvraag
___ really hard to tell the difference between a jaguar and a leopard.
A
its
B
it's
Slide 12 - Quizvraag
The driver lost ____ license
A
its
B
it's
Slide 13 - Quizvraag
____ never been my favourite
A
its
B
it's
Slide 14 - Quizvraag
Your / you're
Your / you're
Your
= jouw (bezittelijk)
You're
= you are (jij bent)
Your
phone looks nice
You're
my best friend
Slide 15 - Tekstslide
You made it around the track in under a minute, ____ fast!
A
your
B
you're
Slide 16 - Quizvraag
____ such a crazy person!
A
your
B
you're
Slide 17 - Quizvraag
I see ____ point
A
your
B
you're
Slide 18 - Quizvraag
To / too / two
To / too / two
To
= naar of aan (voorzetsel of infinitief)
Too
= te (veel) of ook
Two
= twee (getal)
I am going
to
the party / I will give it
to
her
It was
too
much / I will be there
too
I have
two
sisters.
Slide 19 - Tekstslide
I have exactly _____ pairs of shoes under my bed
A
to
B
too
C
two
Slide 20 - Quizvraag
It takes _____ long to collect all the money.
A
to
B
too
C
two
Slide 21 - Quizvraag
The puppy likes _____ sleep on the pillow
A
to
B
too
C
two
Slide 22 - Quizvraag
I play the piano _____
A
to
B
too
C
two
Slide 23 - Quizvraag
De letter 'i' moet altijd in hoofdletters
A
True
B
False
Slide 24 - Quizvraag
Lesson goal: I can avoid mistakes and apply them correctly
A
Ja
B
Ik twijfel nog
C
Nee
Slide 25 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Much/many & possesive s
Juni 2022
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
English pitfalls
Mei 2024
- Les met
24 slides
Engels
MBO
Studiejaar 2
Writing mistakes 1
Juni 2023
- Les met
22 slides
Engels
MBO
Studiejaar 2
16 juni 2023
Juni 2023
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Present Simple vs Present Continuous 1
September 2024
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
13 juni 2023
Juni 2023
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
English pitfalls
Augustus 2023
- Les met
20 slides
Engels
MBO
Studiejaar 2
English writing pitfalls
December 2022
- Les met
28 slides
Engels
MBO
Studiejaar 2