oefentoetsje 1.1 tm 1.3

Programma 
Bespreken / nakijken oefen S.O.
leren 1.1 t/m 1.3
Lessonup quiz.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma 
Bespreken / nakijken oefen S.O.
leren 1.1 t/m 1.3
Lessonup quiz.

Slide 1 - Tekstslide

Ik heb zo al goed geleerd, ik ken het al.
ja
nee

Slide 2 - Poll

Programma
Bespreken / nakijken oefen S.O.
Lessonup quiz.
leren 1.1 t/m 1.3

Slide 3 - Tekstslide

Als iets geen levenskenmerken meer vertoont dan is het
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 4 - Quizvraag

Is dit een voorbeeld van een levenskenmerk?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Welk levenskenmerk is dit?
A
Groeien
B
Ontwikkelen
C
Voeden
D
Voortplanten

Slide 6 - Quizvraag

Proeven valt onder het levenskenmerk .......?
A
Uitscheiden
B
Ademen
C
Groeien
D
Reageren op prikkels

Slide 7 - Quizvraag

Levend
Dood
Levenloos

Slide 8 - Sleepvraag

De ontwikkeling van een zaad tot een plant en daarna tot vrucht met zaden noem je:
A
levenscirkel
B
metamorfose
C
levenscyclus
D
groei

Slide 9 - Quizvraag

Is dit groei of ontwikkeling?
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 10 - Quizvraag



Is dit een voorbeeld van groei of ontwikkeling?

A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 11 - Quizvraag

Met welk onderdeel zit een zaad vast aan de plant?
A
Kiem
B
Poortje
C
Navel
D
Zaadlob

Slide 12 - Quizvraag

Wat is ontwikkeling?
A
De plant verliest een aantal onderdelen
B
De plant krijgt nieuwe delen
C
Een plant die groter en zwaarder wordt

Slide 13 - Quizvraag

Welk dier heeft GEEN verandering (metamorfose) bij het groter worden?
A
Rups
B
Mier
C
Lieveheersbeestje
D
Kikkervisje

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de volgorde van de ontwikkelingsstadia van een
vlinder?
A
ei-pop-rups-imago
B
imago-pop-rups-ei
C
ei-rups-pop-imago
D
rups-pop-imago-ei

Slide 15 - Quizvraag

Een ander woord voor metamorfose is:
A
verbouwing
B
gedaantewisseling
C
ontwikkelfase
D
levenscyclus

Slide 16 - Quizvraag

Dieren zonder metamorfose hebben geen levenscyclus
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

De toets ging goed ik had 10 of meer goed
ja
nee

Slide 18 - Poll