SMART doelen

Methodiek Periode 1 
Les 3/4
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Methodiek Periode 1 
Les 3/4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- terugblik  (visie,  missie, methodiek ? welke manier van begeleiden) 
- methodisch cyclus 
-smart ? toepassen op eigen functioneren of doelen t.a.v. client. 





Slide 2 - Tekstslide

Methodisch cyclus
Fase 1: voorbereiding Start van het traject, goede voorbereiding is belangrijk!
Stap 1: informatie verzamelen 
Stap 2:  wensen, behoeften en problemen vaststellen (observeren) 
Stap 3: doelen formuleren (SMART): specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden stap
Stap 4:  activiteiten vaststellen en plannen

Fase 2: Uitvoering
stap 5: geplande activiteiten uitvoeren en begeleiding bieden

Fase 3: afrondingsfase  
stap 6: evalueren en reflecteren op het eigen handelen

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten jullie al van SMART doelen?

Slide 4 - Woordweb

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?


  • Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
  • Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaald 
  • Je kan controleren of je het doel hebt behaald 
  • Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Belangrijkst regel 
Specifiek zijn 
Waarom is meer sporten of meer afvallen geen specifiek doel?



Slide 7 - Tekstslide

Specifiek
  • Voorkomen dat het doel vaag is.
  • Wat moet ik doen om dit doen te behalen?
  • Wat wil je bereiken?
  • Wie zijn erbij betrokken?
  • Waar ga je het doel uitvoeren?
  • Is het een concreet doel?
  • Waarom wil je dit doel bereiken? 

Slide 8 - Tekstslide

Meetbaar 
Wanneer weet je of je je doel hebt bereikt? Je doel moet meetbaar zijn. Bij afvallen kun je kiezen voor aantal kilo’s. Bij sporten kun je kiezen voor het aantal sportsessies per week.

 

Slide 9 - Tekstslide

Acceptabel
  • Sluit het doel aan bij de opdracht?
  • Je weet waarom je het doel wilt bereiken

Slide 10 - Tekstslide

Realistisch 
  • Is het doel haalbaar?
  • Niet te moeilijk en niet te makkelijk

Slide 11 - Tekstslide

Tijdgebonden
  • Wat is de periode dat het doel gerealiseerd moet zijn?
  • Wanneer ben je klaar?
  • Wanneer is het doel behaald? 


Slide 12 - Tekstslide

Door elke dag een uurtje te fietsen wil ik na 10 weken 2,5 kilo afvallen.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 13 - Quizvraag

Ik wil dat Client N. tijdens het ontbijt voldoende eet.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 14 - Quizvraag

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?
A
Dat is slimmer
B
Om te checken of ze behaald zijn
C
Het staat mooier
D
Om tussentijds te checken of je de goede dingen doet

Slide 15 - Quizvraag

Ik wil ervoor zorgen dat kindje N. pas van tafel gaat als hij zijn bord leeg heeft gegeten.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 16 - Quizvraag

Begin situatie vaststellen
Zet de stappen van de methodische cyclus in de juiste volgorde.
SMART Doelen 
Evalueren
Plan maken & uitvoeren
hulpvraag
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5

Slide 17 - Sleepvraag

Geef een voorbeeld van een SMART doel

Slide 18 - Open vraag

Waar staat de afkorting SMART voor?

Slide 19 - Open vraag

TIPS om doelen smart te formuleren 
Niet toepassen:
  • meer
  • beter
Wel toepassen:
  • Ik
  • kan 
  • Wat zie je of hoor je als je het doel hebt gehaald 

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld SMART doel 

Ik kan in de 2e  zelfstandig week client  N. uit bed halen, helpen met douchen en aankleden.

Let op: SMART is een middel/instrument om je doelen te kunnen checken op haalbaarheid 


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide