Inleveren instructie / herhaling Fictie

Lesdoelen

Herhalen Fictie theorie

Inleveren instructie / gedicht

Wat heb je gisteren gekeken?

Was dat fictie of non-fictie?

Was het realistisch of niet-realistisch?

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Mening en feit

Mening = wat je ergens van vindt

Feit = iets dat zo is. Een feit kan je controleren.

Welke film of serie zou jij degene die naast je zit aanraden? Vertel het elkaar.

Leg ook uit waarom. Gebruik beoordelingswoorden.

5.1 Fictie Tekst 1

Lees Tekst 1: 5 dagen jou

Maak opdracht 2 en 3 in Talent Online

Samen bespreken

Voorbereiding toetsweek

Bedenk bij elke paragraaf van Fictie (1.1 t/m 5.1) een vraag die ik over jouw boek kan stellen.

Bij 4.1 hebben we het bijvoorbeeld over spanningsvragen. 

Een opdracht kan zijn: "Schrijf drie spanningsvragen op die in jouw boek voorkomen."