- Kies tussen de volgende opties:
1. Hoe strik je je schoenveters?
2. Hoe vind je de weg van school naar je huis via Google Maps?
- Schrijf de stappen op (mag op papier of in Word)
- Gebruik signaalwoorden die een tijdsvolgorde aangeven
(bvb eerst, daarna, voordat, toen, ten slotte)