19 feb Samenstellingen en interpunctie

H2Q
19 feb

Welkom






1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H2Q
19 feb

Welkom






Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht: ww invullen
1. ....[schateren] slopen de leerlingen uit 1A langs het raam en ze ....[rennen] daarna weg. 
2. Modern .....[aankleden] jongeren liepen verderop.
3. De weg is verbreed. De ...[verbreden] weg is lang. 
4. "......[Worden] eens wakker", riep mama. 
5. Noteer per zin het onderwerp
6. Hoe noemen we de ww.vorm van zin 4?

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht: ww invullen
1. Schaterend slopen de leerlingen uit 1A langs het raam en ze renden daarna weg (samengestelde zin)
2. Modern aangeklede jongeren liepen verderop.
3. De weg is verbreed. De verbrede weg is lang. 
4. "Word eens wakker", riep mama
5. Onderwerp is onderstreept.
6. De ww.vorm van zin 4 is een gebiedende wijs.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen deze week

  • je weet hoe je samenstellingen schrijft
  • je weet wanneer je punten, komma's, aanhalingstekens en dubbele punt schrijft
  • je hebt je oefentoets bekeken en weet wat je nog moet leren.


Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk
gramm. 1.7 opdracht 4; lees pag. 58 en maak opdracht 15
spelling 1.9 opdracht 1 en 10
spelling 4.9 (boek B van Talent) opdracht 1

=> We bespreken opdr. 10 van 1.9, pag. 76
Rest: zelf nakijken via nakijkbladen Teams Lesmat.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Leestekens, komma
  • komma in samengestelde zin tussen twee persoonsvormen:
  • Omdat het nu droog wordt, krijgen we lekker winterweer.
  • Wat ik altijd al wilde, is een reis naar IJsland maken.
  • komma vóór voegwoorden, bv. maar, want, omdat, hoewel:
  • Ik vind het moeilijk om nu vroeg op te staan, want in de kerstvakantie sliep ik lekker lang uit. 
  • Het is al laat, maar ik wil nog wel gamen.

Slide 8 - Tekstslide

Leestekens, aanhalingstekens
  • Bij een citaat (wat iemand zegt)
  • Feyenoord heeft een grote overwinning behaald zei de sportjournalist
  • "Feyenoord heeft een grote overwinning behaald", zei de sportjournalist.

Slide 9 - Tekstslide

Leestekens, dubbele punt
  • Bij een citaat
  • De sportjournalist zei: "Feyenoord heeft een grote overwinning behaald." 

  • Ook bij een opsomming. Voor een cake koop ik: boter, eieren, meel en suiker.


Slide 10 - Tekstslide

Samenstellingen
fiets + hok => fietsenhok
zon + straal => zonnestraal
stad + bus => stadsbus

Slide 11 - Tekstslide

Regels tussenletters samenstelling
  • bij sommige samenstellingen een -s: dorpspleinn dus ook: dorpsstraat
  • Regel: 
  • je hoort een -s, dus je schrijft 'm
  • bij veel andere samenstellingen een -n of -en: vriendendienst en berenkuil
  • Regel: 
  • -en als eerste deel een zelfst. nw is met meervoud op -en 

Slide 12 - Tekstslide

Géén -en, maar een -e als eerste deel....
  1. géén mv heeft: roggebrood (want 'rogge')
  2. Er maar één van (zichtbaar) is (zon): zonnestraal
  3. Als eerste deel (ook) een mv op -(e)s heeft: asperges, ziekten/-es: aspergesoep, ziektekiem
  4. Als het eerste deel géén zelfst. nw is: blindedarm
  5. Als het eerste deel een versterking is van bijv.nw: boordevol, beresterk

Slide 13 - Tekstslide

DUS: de tussenletter -n schrijf je als:
Het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is en alléén een meervoud heeft op -EN.
3 uitzonderingen:
1. Er is er maar één van (zonnestraal / koninginnedag)
2. Het woord is niet meer als samenstelling te herkennen (schattebout / spillebeen)
3. Eerste deel versterkt het tweede deel (apetrots / beresterk)

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf de juiste vorm op
  • buschauffeur OF busschauffeur


  • reuzeleuk OF reuzenleuk
  • paardebloem OF paardenbloem


  • groentesoep OF groentensoep





Slide 15 - Tekstslide

Tussen-n / tussen-s in samenstellingen
  • buschauffeur 

  • reuzeleuk 
  • paardenbloem


  • groentesoep





Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig werken /
Plenda woe 5 maart


  • NU: Oefentoets bekijken: wat begrijp je niet? Wat moet je nog extra leren? 
  • HUISWERK: 
  • spelling 1.9 opdracht 6: leestekens
  • spelling 3.9 opdracht 8 en 9.
  • Huiswerkopdrachten van vandaag verder nakijken, zie document op Teams/Lesmateriaal/P3
  • toetsstof leren en oefenen op Versterk jezelf (online Talent)


Slide 17 - Tekstslide

Hoe bereid je je voor op de toets? 

Slide 18 - Tekstslide