Hoofdstuk 3

Soorten vragen??
1 / 13
volgende
Slide 1: Woordweb
salesMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Soorten vragen??

Slide 1 - Woordweb

Examenterm
5.3.6 noemen, beschrijven en herkennen van het gebruik van vraagtechnieken: open versus gesloten vragen, trechteren, controle vragen, hypothesevraagtechniek, suggestieve vraagtechniek, alternatieve vraagtechniek en reflecterende vraagtechniek

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Open vragen
  • Zijn vragen die beginnen met een vragend voornaamwoord, zoals: Hoe? Wat? Wanneer? Waar? Wie of Waarom?
  • Je nodigt iemand uit om vrij (en uitgebreid) te zeggen wat zij/hij wil. (gevoelens, mening, gedachten en ervaringen)
  • Goed voor de relatie: je bent betrokken

Slide 4 - Tekstslide

Gesloten vragen
  • Zijn vragen waarop maar 1 antwoord mogelijk is (ja of nee), maar ook keuze vragen (of/of)
  • Beginnen met een persoonsvorm (=werkwoordsvorm) bijv: Heb jij ook honger? Wil je koffie of thee?
  • Als je snel iets (feit) wilt weten
  • Het komt wat zakelijk en kil over

Slide 5 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een suggestieve vraag

Slide 6 - Open vraag

Suggestieve vragen
  • = vragen waar al een mening/oordeel van jezelf in verborgen zit. Bijvoorbeeld: Vind je deze les ook niet saai? 
  • Eigenlijk stel je de vraag alleen omdat je bevestiging wilt hebben van de ander; je wilt dat hij het er mee eens is.
  • Vaak durven mensen/kinderen bij deze vragen niet met hun echte mening komen en zullen met je meepraten. 
  • Stel dit soort vragen dus niet!!!!
  • Wil je de mening van de ander weten, stel dan een open vraag!
  • Bijvoorbeeld: Wat vind je van deze les? 

Slide 7 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een keuzevraag

Slide 8 - Open vraag

Keuzevraag
Je dwingt de klant tot het maken van een keuze
+ als de klant in principe al een product wil kopen
+ ook wel alternatieve vraag genoemd

Slide 9 - Tekstslide

Controlevraag
- Heeft de klant het begrepen?
- Gebruik je vaak in afsluitende fase van een gesprek
'' Spreekt u dit aan''?
'' Heb ik uw vraag voldoende beantwoord?''

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een kenmerk van een retorische vraag?

Slide 11 - Open vraag

Retorische vraag
-> je verwacht geen antwoord
-> te voorhand liggend
-> gebruiken als bevestiging

'' U wilt toch ook uw omzet verhogen''?
'' Dit is toch de beste oplossing voor uw bedrijf?''

Slide 12 - Tekstslide

Nu
Goed lezen hoofdstuk 4
Maak inzicht\kennisvragen hfst 4

Slide 13 - Tekstslide