Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1
In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Hoe zit je in je vel vandaag?
😒🙁😐🙂😃
Slide 6 - Poll
THEMA 2 | LES 8
Een nieuwe manier van leven
Slide 7 - Tekstslide
VOORUITBLIK
Wat gaan we doen in de les?
Slide 8 - Tekstslide
LESPROGRAMMA
Quiz over les 7
Reisdoelencheck les 7
Interactieve uitleg les 8
Wat heb je geleerd?
Bij tijd over: werken aan het huiswerk
Vooruitblik
Slide 9 - Tekstslide
QUIZ
Les 7: Het middel van bestaan
Vooruitblik
Slide 10 - Tekstslide
Wat betekent Homo sapiens ?
A
De handige mens
B
De rechtop lopende mens
C
De denkende mens
D
De moderne mens
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent de prehistorie?
A
De tijd dat mensen leerden lezen en schrijven.
B
De tijd dat mensen nog niet konden lezen en schrijven.
C
De tijd dat mensen gereedschappen maakten van steen.
D
De tijd dat mensen leefden van de landbouw.
Slide 12 - Quizvraag
De eerste mensen leefden als nomaden. Wat zijn nomaden?
A
Mensen die een vaste woonplaats hebben.
B
Mensen die hun hele leven in een dorp wonen.
C
Mensen zonder vaste woonplaats.
D
Mensen die hun voedsel uit de natuur halen.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is kenmerkend voor de Steentijd?
A
Hunebedden zijn van steen
B
Er zijn veel stenen in die tijd
C
Voorwerpen uit die tijd zijn van steen gemaakt
D
Huizen zijn gemaakt van steen
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het middel van bestaan?
A
De manier hoe mensen overleven
B
De manier hoe mensen jagen
C
De manier hoe mensen rondtrekken
D
De manier hoe mensen nomadisch leven
Slide 15 - Quizvraag
Mannen
vrouwen
Jagen
Verzamelen
Vissen
Zorgen voor de kinderen
Koken
Pijlpunten maken in het kamp
Slide 16 - Sleepvraag
Je kan uitleggen wat het middel van bestaan van nomaden was tijdens de prehistorie.
Kan ik
Kan ik niet
Slide 17 - Poll
REISDOELEN LES 8
Je kan uitleggen hoe de samenleving van jagers en verzamelaars overging naar een landbouwsamenleving.
Je kan kenmerken van de jagers-verzamelaarssamenleving en de landbouwsamenleving noemen.
Je kan uitleggen hoe specialisatie ontstond na de landbouwrevolutie.
Vooruitblik
Slide 18 - Tekstslide
UITVOERING
Activiteiten om te leren
Slide 19 - Tekstslide
INSTRUCTIE PAARS
Werk verder aan de lessen in de planner van thema 2
Je mag ook meedoen met de les
Zelfstandig en in stilte
Muziek in tijdens werken toegestaan (via laptop)
Uitvoering
Slide 20 - Tekstslide
Rond 11.000 v.Chr. veranderde het klimaat op aarde. De temperatuur steeg en de ijskappen smolten. Gebieden in het Midden-Oosten waren zeer vruchtbaar geworden, omdat er voldoende water beschikbaar was bij enkele grote rivieren. De jagers en verzamelaars die in dit gebied leefden, ontdekten dat er nieuwe planten begonnen te groeien op de plekken waar zij eerder waren geweest. De pitjes en zaden die zij achter hadden gelaten waren ontkiemd, waardoor jagers-verzamelaars erachter kwamen dat zij zelf planten konden verbouwen.
Slide 21 - Tekstslide
ONTSTAAN VAN LANDBOUW
Rond 10.000 v.C. begon men met akkerbouw
Duizenden jaren later kwam er ook veeteelt
Mesopotamië is belangrijk voor ons
Mensen bleven nu op één plek
Ontstaan landbouw
De kaart laat in het groen zien waar in de wereld landbouw is ontstaan
Mesopotamië
De kaart laat het gebied Mesopotamië zien
Uitvoering
Slide 22 - Tekstslide
Rond welk jaar begon de mens met akkerbouw?
A
Rond 100.000 v.Chr.
B
Rond 50.000 v.Chr.
C
Rond 10.000 v.Chr.
D
Rond 1000 v.Chr.
Slide 23 - Quizvraag
De jagers en verzamelaars trokken niet langer rond als nomaden, maar bleven op dezelfde plek. Hier verbouwden zij eetbare planten. Dit noem je akkerbouw. Ook temden zij dieren en hielden ze die als vee. Dit noem je veeteelt. De mensen leefden niet langer in een samenleving van jagers-verzamelaars, maar als boer in een landbouwsamenleving. De overgang van jagers-verzamelaars naar de landbouwsamenleving noem je de landbouwrevolutie. Deze periode wordt het neolithicum genoemd.
Slide 24 - Tekstslide
LANDBOUWREVOLUTIE
Revolutie betekent verandering.
Jager-verzamelaars worden boer.
De landbouwrevolutie duurde meer dan 1000 jaar: niet iedereen werd tegelijk boer.
Landbouw bestaat uit: akkerbouw en veeteelt.
Uitvoering
Slide 25 - Tekstslide
Wat is een landbouwrevolutie?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw
B
De overgang van jagen en verzamelen naar visserij
Slide 26 - Quizvraag
Jagers- Verzamelaars
Boeren
Nomaden
Akkers
Bessen verzamelen
Tenten
Stevige huizen
Dieren fokken
Slide 27 - Sleepvraag
Jagers en verzamelaars
Boeren
Slide 28 - Sleepvraag
De eerste boeren bouwden stevige permanente nederzettingen, die soms uitgroeiden tot dorpen. Het aantal mensen nam nu snel toe, omdat er meer voedsel was. In de loop van de tijd wisten boeren steeds beter hoe zij het vruchtbare land aan de rivieroevers moesten bewerken. Door slootjes en kanalen aan te leggen, werd rivierwater naar verder gelegen akkers geleid. Dit systeem heet irrigatielandbouw. Uiteindelijk was er zelfs zó veel voedsel, dat niet iedereen meer boer hoefde te zijn. Daardoor ontstonden andere beroepen zoals pottenbakker, smid, sieradenmaker en meer. Het ontstaan van andere beroepen noem je specialisatie.
Slide 29 - Tekstslide
Uitvoering
Men groef kanaaltjes en slootjes om het water van de rivier bij de akkers te krijgen.
Een grote rivier was vaak de bron van het water.
Door gebruik te maken van water bleef de grond goed vruchtbaar.
Irrigatielandbouw
Slide 30 - Tekstslide
Wat is irrigatie?
A
Zorgen dat het water goed weg loopt van het akker.
B
Water brengen op grond die te droog is voor landbouw.
C
Stuk aangeslibd land buiten de dijk.
D
Nieuw land maken door water weg te pompen.
Slide 31 - Quizvraag
Door irrigatielandbouw hoeft niet iedereen meer boer te zijn!
Er is genoeg voedsel en er ontstaan nieuwe beroepen.