Hfd 1 M2 Wat heb je nodig?

Jouw broertje krijgt 9 euro zakgeld per week. Hoeveel krijgt hij per maand?
A
€39
B
€36
C
€33
D
€100
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Jouw broertje krijgt 9 euro zakgeld per week. Hoeveel krijgt hij per maand?
A
€39
B
€36
C
€33
D
€100

Slide 1 - Quizvraag

Wat voor een behoefte is een spijkerbroek?
A
Basisbehoeften
B
Overige behoeften

Slide 2 - Quizvraag

wat is geen primaire behoefte
A
een boterham
B
een tv
C
een huis om in te wonen
D
goede schoenen

Slide 3 - Quizvraag

consumeren is
A
opeten
B
iets kopen
C
iets kopen om in de eigen behoeften te voorzien
D
iets kopen om iets te kunnen produceren

Slide 4 - Quizvraag

Je hebt recht op garantie wanneer......
A
... binnen een bepaalde tijd er is mis is met je product
B
... jij met opzet op je telefoonscherm springt en hij kapot gaat
C
... je garant wilt wilt staan voor €200,-
D
... je uitgekeken bent op je product en je een nieuwe wilt

Slide 5 - Quizvraag

Wat is garantie?
A
verzendkosten van de producten
B
beveiliging op producten
C
een boete als je bestelling niet op tijd aankomt
D
de zekerheid dat gebreken nog voor rekening van de verkoper komen

Slide 6 - Quizvraag

Diensten:
A
tastbaar
B
niet tastbaar

Slide 7 - Quizvraag

Wie doet aan sociale beinvloeding?
A
vrienden en familie
B
fabrikanten en winkeliers

Slide 8 - Quizvraag

Wat is sociale beïnvloeding?
A
Dat mensen om je heen invloed hebben op je keuze
B
Dat mensen om je heen een product afraden of aanraden.
C
Dat jij je mening geeft over een product, thuis of bij je vrienden
D
A, B, C, zijn alle drie goed

Slide 9 - Quizvraag

Kies waarom deze reclame ideële reclame heet
A
De reclame heeft automobilisten als doelgroep.
B
De reclame stimuleert de verkoop van alcohol.
C
De reclame verspreidt een idee en verkoopt geen product.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is ideële reclame?
A
Vervolging door justitie
B
Postbus 51
C
Reclame om winst te maken
D
Reclame om mensen aan het denken te zetten

Slide 11 - Quizvraag

Welke reclame is ideële reclame?
timer
0:30
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het doel van een begroting?
A
Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
B
Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst
C
Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
D
Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een begroting?
A
een overzicht van uitgaven
B
overzicht van inkomsten
C
het op elkaar afstemmen van uitgaven en inkomsten
D
overzicht van verwachte uitgaven en inkomsten

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn GEEN voorbeelden van vaste lasten?
A
huur - sportschool - verzekering
B
telefoonabonnement - belasting - schoolgeld
C
boodschappen - shampoo - nieuwe iphone
D
zorgverzekering - internet - aflossing lening

Slide 15 - Quizvraag

Vaste lasten zijn
A
uitgaven die je vast en zeker verwacht
B
steeds dezelfde uitgaven
C
uitgaven waarvoor je iedere maand spaart
D
uitgaven per vaste periode

Slide 16 - Quizvraag

Hoe hoog zijn
de vaste lasten?
A
€ 320 + € 87
B
€ 87 + € 25 + € 50
C
€ 115 + € 320
D
€ 320 + € 87 + € 25

Slide 17 - Quizvraag

wat is geen primaire behoefte
A
een boterham
B
een tv
C
een huis om in te wonen
D
goede schoenen

Slide 18 - Quizvraag