H 4.3 Eenheden van oppervlakte

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk nakijken

Nakijken 
H4.2 som 12, 13, 14, 15, 16b, 18, 19, 21, 22, 23, 25, 26, 27, 28, 29

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
  • Ik kan omtrek uitrekenen en hier de juiste lengte-eenheid aan koppelen. 

Slide 3 - Tekstslide

Aan het eind van de les:
  • Ik weet wat oppervlakte is. 
  • Ik ken de eenheden van oppervlakte. 
  • Ik kan de eenheden van oppervlakte omrekenen. 

Slide 4 - Tekstslide

4,5 km is hoeveel m?
A
0,45 m
B
45 m
C
450 m
D
4500 m

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de omtrek van een rechthoek waarvan de lengte 5 cm is en de breedte 7 cm
A
12 cm
B
19 cm
C
35 cm
D
24 cm

Slide 6 - Quizvraag

Opgave 30 (blz. 152)











aantal
240









aantal







timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Opgave 31 (blz. 152)











aantal
240









aantal







timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

blz. 153

Slide 10 - Tekstslide

blz. 153

Slide 11 - Tekstslide

blz. 153

Slide 12 - Tekstslide

blz. 153

Slide 13 - Tekstslide

blz. 153

Slide 14 - Tekstslide

blz. 153

Slide 15 - Tekstslide

blz. 153

Slide 16 - Tekstslide

blz. 153

Slide 17 - Tekstslide

Opgave 33 (blz. 154)











aantal
240









aantal







timer
1:30

Slide 18 - Tekstslide

3 cm² is m²
A
300 m²
B
30000 m²
C
0,03 m²
D
0,0003 m²

Slide 19 - Quizvraag

23,87 km² is ... ha?
A
23,87 ha
B
2387 ha
C
0,2387 ha
D
2,387 ha

Slide 20 - Quizvraag

2,7 hm² is ....m²
A
270 m²
B
2700 m²
C
27000 m²
D
270000 m²

Slide 21 - Quizvraag

Huiswerk


H 4.3


opgave 32, 34, 35, 36, 37, 38




Slide 22 - Tekstslide

Aan het eind van de les:
  • Ik weet wat oppervlakte is. 
  • Ik ken de eenheden van oppervlakte. 
  • Ik kan de eenheden van oppervlakte omrekenen. 

Slide 23 - Tekstslide