Th 7 BS 1,2,3 herhaling
1 / 44
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
1= Stempel
2= Stijl
3= Helmknop
4= Helmdraad
5= Kroonblad
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Stamper
Vruchtbeginsel
Bloembodem
Helmknop
Kroonblad
Stempel
Stijl
Kelkblad
Bloemsteel
Slide 3 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe noemen we de felgekleurde blaadjes van een bloem?
A
kroonbladeren
B
kelkbladeren
C
stamper
D
meeldraden
Slide 4 - Quizvraag
A
Waar dienen kroonbladeren voor?
A
insecten lokken
B
bescherming van de bloem
Slide 5 - Quizvraag
A
Wat is 3?
3
A
Kroonblad
B
kelkblad
C
Vruchtbeginsel
D
Stempel
Slide 6 - Quizvraag
A
Uit welk deel groeit de vrucht?
A
1
B
2
C
6
D
7
Slide 7 - Quizvraag
C
Wat is 2?
A
Meeldraad
B
Stijl
C
Vruchtbeginsel
D
Stempel
Slide 8 - Quizvraag
B
Wat is 1?
A
Meeldraad
B
kelkblad
C
Vruchtbeginsel
D
Stempel
Slide 9 - Quizvraag
D
Wat is onderdeel 7?
7
A
Helmknop
B
Kroonblad
C
Meeldraad
D
Kelkblad
Slide 10 - Quizvraag
D
Hoe heet nummer 6
6
A
Kroonblad
B
Knopblad
C
Kelkblad
D
Kruinblad
Slide 11 - Quizvraag
C
Waaruit bestaat een bloemkroon?
A
Meeldraden
B
stuifmeelkorrels
C
kroonbladeren
D
nectar
Slide 12 - Quizvraag
C
Waarom zijn kroonbladeren groot en opvallend?
A
Dat is mooi om te zien
B
Dan trappen de mensen er minder snel op
C
Dat heeft geen reden
D
Voor het aanlokken van insecten
Slide 13 - Quizvraag
D
Zijn stuifmeelkorrels mannelijke of vrouwelijke voortplantingscellen?
A
mannelijke voortplantingscellen
B
vrouwelijke voortplantingscellen
Slide 14 - Quizvraag
A
Wat zit er in een vruchtbeginsel?
A
stuifmeelkorrels
B
zaadbeginsel
Slide 15 - Quizvraag
B
Wat zit er in een zaadbeginsel?
A
stuifmeelkorrels
B
vruchtbeginsel
C
eicellen
Slide 16 - Quizvraag
C
Wat is de functie van de stempel?
A
eicellen opvangen
B
stuifmeelkorrels opvangen
Slide 17 - Quizvraag
B
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet het vrouwelijke voortplantingsorgaan van de bloem?
A
meeldraad
B
stamper
C
stempel
D
eicel
Slide 19 - Quizvraag
B
Hoe heet het mannelijke gedeelte van de bloem
A
Stempel
B
Stamper
C
Meeldraad
D
Helmhokje
Slide 20 - Quizvraag
C
Wat zijn stuifmeelkorrels?
A
Vrouwelijke geslachtscellen
B
De zaden van de plant
C
Mannelijke geslachtscellen
D
De vruchten van een plant
Slide 21 - Quizvraag
C
Sleep naar de goede plaats
stempel
Bloem bodem
stijl
Vrucht beginsel
Eicel
2 Zaad beginsel
Slide 22 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
1. Hoe heet het vrouwelijke geslachtsorgaan bij de plant?
2. Hoe heten de vrouwelijke geslachtscellen van de plant?
2. Hoe heten de vrouwelijke geslachtscellen van de plant?
A
1. Stamper
2. Eicellen
B
1. Meeldraad
2. Stuifmeelkorrels
C
1. Helmdraad
2. Zaadcellen
D
1. Vruchtbeginsel
2. Voortplantingscellen
Slide 23 - Quizvraag
A
Welk deel maakt stuifmeelkorrels?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 24 - Quizvraag
D
Een stuifmeelkorrel
A
is een vrouwelijke geslachtscel
B
is de kern
C
is een mannelijke geslachtscel
D
is een helmknop
Slide 25 - Quizvraag
C
Wat is NIET WAAR over nectar?
A
Insecten zoeken het in de bloembodem van de plant
B
Het kan verwerkt worden in voedingsmiddelen
C
Het is een zoet sap
D
Het is honing
Slide 26 - Quizvraag
D
Slide 27 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
3
Insectenbloem
Windbloem
Slide 28 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
3
Insectenbloem
Windbloem
Slide 29 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Nummer 1
3
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving
C
Geen bestuiving
Slide 30 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Nummer 2 3
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving
C
Geen bestuiving
Slide 31 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Nummer 3 3
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving
C
Geen bestuiving
Slide 32 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Nummer 4 3
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving
C
Geen bestuiving
Slide 33 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
3 Sleep naar de goede plaats
Stijl
Stempel
Kroonblad
Meeldraad
Kelkblad
Vruchtbeginsel
Zaadbegindel
Slide 34 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
3 De bloem maakt nectar.
Is dit een insectenbloem of een windbloem?
Is dit een insectenbloem of een windbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem
Slide 35 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
3 Wat is 3?
A
Kroonblad
B
kelkblad
C
Vruchtbeginsel
D
Stempel
Slide 36 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
3 Het zaadbeginsel zit...
A
...op de stempel van de bloem
B
...in het vruchtbeginsel van de bloem
C
...in de stijl van de bloem
D
... bij de kelkbladeren van de bloem
Slide 37 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
3 Bij bestuiving komt stuifmeel op .... van een bloem
A
Het vruchtbeginsel
B
De kroonbladeren
C
De stijl
D
De stempel
Slide 38 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
3 Wat is bestuiving
A
Dat er een stuifmeelkorrel op de stempel komt
B
Dat de eicel wordt bevrucht
C
het zaadbeginsel wordt bevrucht
D
Dat er een stuifmeelkorrel op de stempel van een plant van dezelfde soort komt
Slide 39 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
B
Als eicellen op de stempel terecht komen
Slide 40 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kan de wind voor bestuiving zorgen?
A
ja
B
nee
Slide 41 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe noemen we bloemen die door de wind bestoven worden?
A
insectenbloemen
B
windbloemen
Slide 42 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Zijn kenmerken van insectenbloemen?
A
kroonbladeren fel gekleurd
B
stempel groot
C
meeldraden buiten de bloem
D
ze ruiken lekker
Slide 43 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hebben windbloemen veel of weinig stuifmeel?
A
weinig
B
veel
Slide 44 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
