Geluid Nova H8 paragraaf 8.3 en 8.4

Geluid

Paragraaf 8.4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Geluid

Paragraaf 8.4

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. herhaling 8.2 en 8.3

2. Nieuwe theorie 8.4

3. Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
De amplitude bepaalt de geluidssterkte

De frequente bepaalt de toonhoogte

Geluidssterkte wordt gemeten in Decibel

Slide 3 - Tekstslide

Frequentie bereik van ons gehoor

Slide 4 - Tekstslide

8.4: Geluidsoverlast bestrijden
.

Slide 5 - Tekstslide

Hinderlijk geluid 
Geluid dat je gehoor niet beschadigt, kan nog wel hinderlijk zijn. De ene persoon ervaart bepaalde geluiden eerder als hinderlijk dan de andere. Verkeerslawaai en lawaai van buren vinden veel mensen hinderlijk. Ook telefoons in de stiltecoupé van de trein worden als hinderlijk ervaren.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bij de bron

- Stil asfalt  
- Elektrische auto
- Goede banden
- Lagere snelheid

Slide 8 - Tekstslide

Tussen bron en ontvanger
- Grotere afstand.
- Geluidswallen en geluidsschermen



Slide 9 - Tekstslide

Bij de ontvanger
- Isolatie van huis 
- Oordoppen.


Slide 10 - Tekstslide

Dit is je situatie...

Slide 11 - Tekstslide

Geluid absorberen
Zacht en onregelmatig materiaal neemt geluid goed op.

Slide 12 - Tekstslide

Geluid terugkaatsen
Hard en glad materiaal kaatst geluid goed terug.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


Welke van deze 2 afbeeldingen heeft de grootste toonhoogte?
A
links
B
rechts

Slide 15 - Quizvraag

Als de frequentie omlaag gaat, gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet

Slide 16 - Quizvraag

Geluidsterkte kun je meten. Waarin wordt geluidsterkte gemeten?
A
Amplitude
B
Decibel
C
Hertz
D
Trillingstijd

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen toonhoogte en geluidssterkte? (selecteer twee antwoorden)
A
Toonhoogte = aantal trillingen
B
Toonhoogte = grootte van trillingen
C
Geluidssterkte = grootte van trillingen
D
Geluidssterkte = aantal trillingen

Slide 18 - Quizvraag

In de figuur hiernaast zie je twee oscilloscoopbeelden staan. Vergelijk deze twee tonen met elkaar. Wat weet je van de toonhoogte en geluidsterkte van beide tonen? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Open vraag

Zelfstandig werken
Maak 8.3 af in je boekje, alle opgaven dus!

Maak alleen, of samen met degene naast je
Vragen: steek je vinger op, dan kom ik bij je

Tijd: tot het eind van de les
Al eerder klaar? Laat je opdrachten aan mij zien, dan mag je...


Slide 20 - Tekstslide


Slide 21 - Open vraag